24 sep 2024
Asiel- en migratiebeleid vraagt om een regionale aanpak
De plannen van het nieuwe kabinet hebben ingrijpende gevolgen voor de opvang van asielzoekers en andere nieuwkomers in Nederland. Terwijl de afschaffing van de spreidingswet nadert en opvanglocaties groter en soberder moeten worden, staan gemeenten voor forse nieuwe uitdagingen. Gezinshereniging wordt bemoeilijkt, en het kabinet lijkt te kiezen voor crisismaatregelen. Wat betekent dit voor gemeenten? Wat gaan zij ervan merken?
De asiel- en migratieplannen van het kabinet-Schoof hebben aanzienlijke gevolgen voor de opvangstructuur in Nederland. Enerzijds bestaan de plannen uit crisiswetgeving. Anderzijds draait het om implementatie van het EU Asiel en Migratiepact per 2026. Dit betekent meer opvang aan de grens en spreiding van vluchtelingen zodra ze asiel krijgen. De lidstaten krijgen de mogelijkheid tot afkoop. Het kabinet heeft aangegeven hierop in te willen zetten.
Op deze pagina:
Financiële ontwikkelingen
Migratie in aantallen
Gevolgen voor gemeenten
Lokale en regionale verschillen
Asielinstroom inperken
Huisvesting
Langetermijnperspectief: opvang asielzoekers loont
Vereiste: regionale samenwerking
Financiële ontwikkelingen
De tijdens prinsjesdag gepresenteerde begroting van het nieuwe ministerie van Asiel en Migratie laat een aantal ontwikkelingen zien. De eerste draait om de middelen voor opvang. Deze middelen bestaan uit opvang door het COA en een overdracht aan gemeenten voor de opvang van Oekraïense ontheemden. Deze laatste post loopt tot 2027, en daalt van € 3,6 miljard in 2025 tot nul in 2028. Voor het COA wordt in 2025 nog € 4 miljard uitgetrokken, oplopend tot € 4,4 miljard in 2026. Vanaf 2027 moet het COA het slechts met € 0,9 miljard doen en in 2028 nog maar met € 0,6 miljard. De rijksbijdrage aan de IND volgt een vergelijkbaar patroon. Hiermee laat het kabinet ook op financieel gebied de ambitie zien om een restrictief en sober asiel- en opvangbeleid te voeren, met inzet van het Europese beleid.
Migratie in aantallen
Het aantal personen dat op de vlucht is en naar Nederland komt, is op jaarbasis relatief beperkt in vergelijking met andere nieuwkomers, zoals arbeidsmigranten, studiemigranten en gezinsmigranten. Bovendien is het aantal personen dat naar Nederland komt moeilijk beïnvloedbaar. Dit is ook te zien aan het aantal Oekraïense ontheemden, waarvan Nederland er momenteel zo'n 110.000 opvangt. Ook het verloop verschilt per groep nieuwkomers: asiel- en gezinsmigranten vestigen zich permanenter in Nederland dan arbeids- en studiemigranten.
Gevolgen voor gemeenten
Gemeenten gaan de stapeling van de hiervoor beschreven ontwikkelingen als eerste merken. Zo zal de afschaffing van de bed-bad-broodregeling en de bijbehorende opvangvoorzieningen leiden tot een stijging van de dakloosheid en mogelijk criminaliteit. Het voornemen om statushouders geen toegang meer te geven tot sociale huurwoningen leidt tot verdere opstopping in de asielketen. Daarnaast zien we effecten op een andere schaal, zoals aanpassing van grensprocedures in Europa en ketenverstoring bij het COA en de IND.
Lokale en regionale verschillen
Veel gemeenten vinden het belangrijk om asielzoekers humaan en duurzaam op te vangen. Daarbij leggen ze veel inventiviteit en creativiteit aan de dag en maken ze gebruik van koppelkansen. Het nieuwe kabinet maakt participatie en werk ingewikkelder dan strikt noodzakelijk. Zo zorgt de overheveling van ‘inburgering’ van het ministerie van SZW naar het ministerie van JenV ervoor dat inburgering geheel los komt te staan van integratie en participatie. En dat in een tijd waarin niet alleen de opvangcapaciteit onder druk staat, maar ook de integratie van asielzoekers in de samenleving complexer wordt.
Niet elke gemeente of regio ervaart de effecten van migratie op dezelfde manier. Wel zijn er gemeenschappelijke delers. Zo bepaalt het economische profiel van een regio bijvoorbeeld de omvang en de aard van de arbeidsvraag. Kunnen bevolkingsontwikkeling, het opleiden van jongeren en omscholing van zij-instromers ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de arbeidsvraag? Of is er meer voor nodig? In het laatste geval kan het aanspreken van ander talent, bijvoorbeeld onder asielzoekers en statushouders, een oplossing zijn. Dit kan ook structureel arbeidsvermogen opleveren, waar nodig aangevuld met arbeidsmigranten en kenniswerkers. Een mooie mogelijkheid om lokaal en regionaal invulling te geven aan de adviezen van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Asielinstroom inperken
Terug naar de kabinetsmaatregelen om de asielinstroom in te perken. Volgens de regering hebben we te maken met een hoge instroom van asielzoekers en nareizigers. Uit cijfers van de IND blijkt echter dat deze instroom al een aantal jaar substantieel lager is (soms wel 50 procent) dan de aanname van de regering. Het uitroepen van een asielcrisis is dan ook een politieke wens. Nederland behoort in Europa namelijk tot de middenmoot als het gaat om opgevangen asielzoekers. Vanwege Europese afspraken is asielmigratie bovendien een lastige knop om aan te draaien. Het is voor de rijksovereid makkelijker om aan de knoppen van arbeids- en studiemigratie te draaien. Dit wordt in de plannen van dit kabinet echter het minst gedaan.
Huisvesting
Veel gemeenten bevinden zich op dit moment in de ‘wachtstand’. Ze willen huisvesten, maar voelen een klem. Of ze blijven wachten tot ze tot actie worden gedwongen. Hoe je het wendt of keert: gemeenten staan voor de uitdaging om een heldere visie en strategie te formuleren om opvang in de volle omvang voor alle doelgroepen in de huidige context uit te voeren. Een eerste stap zou kunnen zijn om dit vraagstuk te integreren in de regionale woonzorgvisie.
Langetermijnperspectief: opvang asielzoekers loont
Het is daarnaast belangrijk dat gemeenten zich bewust zijn van het langetermijnperspectief van asielopvang en de bijbehorende koppelkansen. Asielzoekers kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio door het tekort op de arbeidsmarkt te verlichten. Daarnaast biedt de opvang van asielzoekers kansen voor de ontwikkeling van innovatieve woonoplossingen, vooral in krimpgebieden. De focus op sobere crisisopvang overschaduwt bovendien de mogelijkheden voor de lokale gemeenschap en de regio. Het ontwikkelen van een duurzaam opvangmodel voegt namelijk ook waarde toe aan de lokale gemeenschap. Door samen te werken met regionale partners en maatschappelijke organisaties kunnen gemeenten duurzame oplossingen ontwikkelen die aansluiten bij lokale behoeften, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsmarkt en huisvesting.
Vereiste: regionale samenwerking
Om blijvend in te spelen op de uitdagingen én kansen van asielopvang, is regionale samenwerking een must. Bijvoorbeeld in de vorm van een regionale migratiestrategie voor alle groepen nieuwkomers. Zowel de arbeidsmarkt, de woningmarkt als het onderwijs zijn hierbij gebaat. Gemeenten die investeren in mensgerichte opvang dragen hiermee niet alleen bij aan een rechtvaardige samenleving, maar ook aan regionale, economische en sociale ontwikkeling.
Meer weten?
Wilt u aan de slag met duurzame opvang van asielzoekers, die bijdraagt aan het welzijn van de lokale gemeenschap en regio? Neem voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Marieke Tetteroo, Bert Peterse of Mirjam Hijman.
Dit artikel is onderdeel van onze Prinsjesdag-reeks over het regeerakkoord en de uitwerking van de plannen in de begroting(en). Eerder schreef Erwin Ormel al een financiële analyse over de septembercirculaire. De komende periode gaan we door middel van expertiseartikelen verder in op thema's als bestaanszekerheid, wonen, het sociaal domein, zorg, bestuurlijke vernieuwing en veiligheid.
Lees ook deze artikelen over Prinsjesdag 2024
- Septembercirculaire: weinig extra middelen voor gemeenten
- Het Rijk maakt geen keuzes voor het sociaal domein; gemeenten zijn zelf aan zet
- Nieuw kabinet wil bestuurlijk vernieuwen – maar wie gaat het uitvoeren?
- 100.000 woningen erbij per jaar? Het kan wél!
- Bestaanszekerheid: pleisters plakken én hervormen
- Gemeenten als verbindende schakel in veiligheidsvraagstukken
- Kabinet heeft oog voor de knelpunten in de zorg, maar kiest niet voor transformatie
Meer weten?
Neem contact met ons op