19 sep 2024
Nieuw kabinet wil bestuurlijk vernieuwen – maar wie gaat het uitvoeren?
Het nieuwe kabinet zet in op bestuurlijke vernieuwing, maar is nog weinig concreet over hoe dat bij én samen met de decentrale overheden, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsinstanties tot stand moet komen. Zij staan financieel onder druk en moeten gebruikmaken van vaak dezelfde, krappe arbeidsmarkt. Hoe kunnen zij samen – als één overheid – toch hun uitvoeringskracht versterken?
In haar titelloze regeerprogramma presenteert het kabinet Schoof een agenda voor vernieuwing van de democratie, de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. Dat is een goede zaak. Maar het valt op dat het in de kabinetsplannen vaak gaat over de rechtsstaat, en veel minder over de democratie. Het kabinet spreekt veel over de rijksoverheid en erg weinig over de decentrale overheden. Sterker, in de plannen van het kabinet worden provincies, waterschappen en gemeenten nauwelijks genoemd.
Op deze pagina:
Interbestuurlijke samenwerking is meer nodig dan ooit
Dienstbare, samenwerkende overheden
Gezamenlijke uitvoeringskracht is de crux
Interbestuurlijke samenwerking is meer nodig dan ooit
Om de plannen van het kabinet op het gebied van goed bestuur tot bloei te laten komen, is er meer dan ooit behoefte aan een visie en (nieuw) handelingsperspectief voor interbestuurlijke samenwerking. Die zijn hard nodig om alle plannen werkend te krijgen. Een voorbeeld ter verduidelijking. Als het kabinet spreekt over de versterking van de ondersteuning van politieke ambtsdragers, zoomt het vooral in op de bewindslieden in Den Haag. Onduidelijk blijft hoe het kabinet dit ziet voor hun decentrale collega’s. Welke rol ziet het weggelegd voor bijvoorbeeld gedeputeerden, burgemeesters en staten- en raadsleden als het gaat om goed bestuur? Thorbecke zou zich maar matig in de plannen van dit kabinet herkennen.
Hoewel het positief is dat de tussenverdieping van de regio extra aandacht krijgt, is het opvallend dat er vanuit Den Haag weinig oproep, uitnodiging of verleiding tot samenwerking met de andere publieke spelers klinkt. Terwijl in Nederland de gedecentraliseerde eenheidsstaat juist zo waardevol is. Denk aan al die uitvoerende partners op het gebied van zorg, onderwijs, wonen, opvang en veiligheid die zich dagelijks met kennis van zaken en passie inzetten voor inwoners, leerlingen en cliënten. Gelukkig heeft het kabinet een Beleidskader decentraal en gedeconcentreerd bestuur aangekondigd. Hopelijk komt dit kader er snel, zodat we samen met decentrale overheden kunnen werken aan goed bestuur.
Dienstbare, samenwerkende overheden
Om de overheid meer dienstbaar te maken, vindt het kabinet het noodzakelijk dat de bestuur- en besluitvorming in alle lagen van de overheid verbetert. Overheden dienen opgavegericht, integraal en over de organisatiegrenzen heen te gaan werken, aldus het regeerprogramma. Maar het heeft nog niet uitgewerkt wat dit voor de medeoverheden betekent, terwijl daar nu juist behoefte aan is. Hoe wil het kabinet vormgeven aan onderlinge, thema- of gebiedsgerichte samenwerking? En hoe ziet het de onmisbare samenwerking met publieke en private partners? In elk geval is duidelijk dat het regeerprogramma nieuwe verbindingen vergt. Vitale samenwerkingsvormen die zijn gericht op bundeling van centrale en decentrale uitvoeringskracht voor de publieke zaak en de publieke dienstverlening. Dat is precies waar wij door heel Nederland heen al volop mee bezig zijn.
Gezamenlijke uitvoeringskracht is de crux
Een van de speerpunten van het kabinet in het regeerprogramma is het opsporen van wat het ‘onevenredige hardheden’ noemt. Het opsporen van deze hardheden, en het oplossen ervan, vindt niet plaats op de ministeries, maar juist in de regio, de stad, het dorp, de wijk en de straat. Of zelfs achter de voordeur. En laat het op het niveau van het lokaal bestuur juist steeds harder piepen en kraken, zeker als we naar de Miljoenennota kijken. Het organiseren van gezamenlijke opsporings-, oplossings- en uitvoeringskracht wordt volgens ons dan ook de belangrijkste succesfactor (of faalfactor) om echt verschil te maken met de nieuwe kabinetsplannen. Zowel als het gaat om sociale voorzieningen en bestaanszekerheid, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, veiligheid en asiel.
Meer informatie
Wilt u meer weten over vraagstukken op het gebied van goed bestuur of bent u benieuwd welke oplossingen wij hiervoor dagelijks in de praktijk brengen? Neem dan contact op met Joost Rompa.
Dit artikel is onderdeel van onze Prinsjesdag-reeks over het regeerakkoord en de uitwerking van de plannen in de begroting(en). Eerder schreef Erwin Ormel al een financiële analyse over de septembercirculaire. De komende periode gaan we door middel van expertiseartikelen verder in op thema's als asiel, bestaanszekerheid, het sociaal domein, zorg en veiligheid.
Lees ook deze artikelen over Prinsjesdag 2024
- Septembercirculaire: weinig extra middelen voor gemeenten
- Het Rijk maakt geen keuzes voor het sociaal domein; gemeenten zijn zelf aan zet
- 100.000 woningen erbij per jaar? Het kan wél!
- Bestaanszekerheid: pleisters plakken én hervormen
- Asiel- en migratiebeleid vraagt om een regionale aanpak
- Gemeenten als verbindende schakel in veiligheidsvraagstukken
- Kabinet heeft oog voor de knelpunten in de zorg, maar kiest niet voor transformatie
Meer weten?
Neem contact met mij op