24 sep 2024

100.000 woningen erbij per jaar? Het kan wél!

De koning gaf in de troonrede aan dat het uitgangspunt van het regeringsbeleid is: wat kan wél? Het terugdringen van de woningnood heeft topprioriteit. Het kabinet zet in op het toevoegen van 100.000 nieuwbouwwoningen per jaar, waarvan twee derde betaalbaar moet zijn; kan dat wel?

Het kabinet neemt de regie terug en de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft hierbij een coördinerende rol. Tegelijkertijd kunnen we concluderen dat de plannen op het gebied van wonen veelal een voortzetting zijn van de door Hugo de Jonge ingezette koers. ‘Komende jaren wordt €5 miljard beschikbaar gesteld voor woningbouw en bouwprocedures worden versneld. Want de nood is groot, samen met marktpartijen en overheden moeten we aan de slag’, aldus minister Mona Keijzer van VRO. Zoals de koning tijdens de troonrede uitsprak is het uitgangspunt van het regeringsbeleid: ‘Wat kan wél?’. Ieder jaar 100.000 woningen erbij is een enorme opgave en veel partijen vragen zich af of dit realistisch is. BMC ziet mogelijkheden om bij te dragen aan constructieve oplossingen die de problemen op de woningmarkt verkleinen. Het kan wél!

Op deze pagina:
€5 miljard beschikbaar voor woningbouw en bindende afspraken
Niet alleen meer, maar ook sneller en slimmer bouwen
Vier tips om gezamenlijk aan de slag te gaan
Geen golden bullet 

5 miljard en bindende afspraken

De €5 miljard wordt onder andere ingezet voor een ‘realisatiestimulans’ van totaal €1,9 miljard. Het beschikbare bedrag loopt op van jaarlijks € 360 miljoen in 2026, tot € 570 miljoen in 2029. Met deze stimulans ontvangen gemeenten een vast bedrag per woning op het moment dat de woningen worden gerealiseerd. Het bedrag kan ook worden ingezet voor een lagere grondprijs. Daarnaast maakt het kabinet € 1,25 miljard vrij voor ‘grootschalige woningbouwgebieden’ en voor de ‘woningbouwimpuls’ is nog €470 miljoen gereserveerd. Ook maakt het kabinet € 2,5 miljard beschikbaar voor de ontsluiting van nieuwe wijken. Er gaat weinig geld rechtstreeks naar bijvoorbeeld woningcorporaties

Naast het beschikbaar stellen van geld, zet het kabinet ook in op het maken van bindende afspraken. Zo worden er onder andere nog dit jaar afdwingbare afspraken gemaakt op een Woontop, worden de afspraken in de woondeals herzien en zet het kabinet in op het verkorten van procedures.

Niet alleen meer, maar ook sneller en slimmer bouwen

Sneller, slimmer en minder regels. De komende jaren moeten veel nieuwe woningen beschikbaar komen. Het gaat dan om nieuwbouw of extra woningen binnen de bestaande voorraad. Op die manier lopen we het huidige tekort in en voorzien we in de toekomstige behoefte is de kabinetsgedachte. Van alle nieuwbouw moet twee derde betaalbaar zijn. 

Natuurlijk ligt de weg naar jaarlijks 100.000 woningen vol hobbels, zoals de beperkte personeelscapaciteit, weinig beschikbare (woningbouw)locaties, beperkende regelgeving en stijgende (bouw)kosten. Het ‘ravijnjaar’ voor gemeenten komt snel dichterbij en ook corporaties lopen tegen hun financiële grenzen aan door gestapelde opgaven op het gebied van beschikbaarheid, duurzaamheid, wijkaanpak en betaalbaarheid. Tegenover deze uitdagingen staan gelukkig ook veel positieve ontwikkelingen: er gebeuren genoeg goede dingen waarop we kunnen voortbouwen. Het is vooral van belang om de focus te leggen op wat wél kan door wat we doen, sneller, slimmer en met minder regels te doen. Kortom: aan de slag!

Hieronder vier tips om gezamenlijk aan de slag te gaan: wat kan wél?

1. Het volkshuisvestingsprogramma niet als ‘nieuwe’ papieren tijger

De overheid kan niet meer langs de lijn staan en moet de regie pakken. Een belangrijk instrument voor die regie is het volkshuisvestingsprogramma. Dit programma krijgt een plek in de beleidscyclus van de Omgevingswet en vervangt de woonvisie. Eenduidig overheidsbeleid moet corporaties en ontwikkelaars zekerheid bieden. 

De Wet Regie op de Volkshuisvesting wordt naar verwachting binnen enkele maanden opnieuw naar de Tweede Kamer gestuurd, maar gemeenten en andere partijen hoeven die wetgeving niet af te wachten. Met wetten en programma’s komen er ook niet vanzelf meer woningen bij, maar ze geven wel sturing en vormen een stok achter de deur. Gemeenten doen er goed aan woningcorporaties en marktpartijen daarom vroegtijdig positie te geven: zij moeten immers aan de slag om deze woningen te bouwen. Maak dus een concreet, (financieel) reëel en uitvoeringsgericht programma, samen met deze partners. 

Deze afspraken zijn bovendien wederkerig. Ook de gemeente is aan zet om prestatieafspraken waar te maken met voldoende locaties, vlotte vergunningverlening, geen overbodige (welstands)eisen en realistische afspraken over de infrastructuur. 

2. Brede, maar concrete prestatieafspraken

Prestatieafspraken dragen bij aan de lokale verankering van de volkshuisvestelijke prestaties. Prestatieafspraken zijn in de regel afspraken tussen woningcorporaties, huurdersverenigingen en gemeenten. In de praktijk zijn het vaak globale afspraken zonder heldere consequenties als het niet lukt om die afspraken waar te maken. Waarom trekken we die afspraken niet breder? Betrek zorgpartijen bijvoorbeeld. Daarnaast is ook voor woningcorporaties en marktpartijen een grote rol voor de realisatie van middenhuur weggelegd. 

Het vastleggen van de ambities en doelstellingen in concrete prestatieafspraken (denk aan de realisatie van de woonzorgopgave) is de volgende stap in het proces. Prestatieafspraken zijn een kans om concrete en haalbare afspraken te maken over gedeelde ambities én om consequenties eraan te verbinden wanneer deze afspraken niet worden nagekomen. Maak in een gezamenlijk proces keuzes en bepaal onder andere hoe om te gaan met de verschillende aandachtsgroepen die vaak allemaal ‘strijden’ om dezelfde type woningen. Ook in relatie tot het voornemen van het kabinet om statushouders niet langer voorrang te geven bij het toewijzen van sociale huurwoningen.

3. Organiseer een regionale lokale woontop

Nog dit jaar komt er in december een Woontop met overheden, investeerders, marktpartijen en woningcorporaties. Op deze top worden concrete en landelijke afspraken gemaakt over het aanpakken van de woningnood. Om het maken van bredere (prestatie)afspraken van de grond te laten komen kan een lokale of regionale Woontop uitkomst bieden. Mona Keijzer organiseert die op landelijk niveau, maar waarom niet ook op lokaal of regionaal niveau? Of organiseer een Woontop met verschillende doelgroepen, zoals jongeren/woningzoekenden (in het regeerprogramma wordt gesproken over een Raad van Woningzoekenden), ouderen en andere aandachtsgroepen. Praat niet alleen over de doelgroep, maar ga met hen in gesprek en handel vervolgens vanuit hun perspectief. 

4. Laat beleid en het maken van afspraken niet op elkaar wachten

Dit najaar worden de Nationale Prestatieafspraken herzien en vanaf begin 2025 geldt datzelfde voor de Woondeals waarbij wordt gekeken hoeveel woningen waar en voor wie worden gebouwd. Ook is nieuwe wetgeving in aantocht. Het is verleidelijk om te wachten op nieuwe afspraken, cijfers en nieuw beleid.  Sommige partijen gebruiken deze onzekerheden mogelijk zelfs als excuus om niet aan de slag te gaan. Maar wat heeft een woningzoekende die al 10 jaar op een wachtlijst staat hieraan of een gescheiden vader die van bank naar bank hopt bij vrienden of een oudere alleenstaande dame die wil doorstromen naar een geschikte woning? De tekorten zijn torenhoog en als we niets doen, loopt de woningnood alleen maar verder op. Maak ook gebruik van de beschikbare middelen die nu door het kabinet beschikbaar zijn gesteld. Denk daarbij aan het inrichten van een vereveningsfonds en het voeren van een actief grondbeleid. 

Geen golden bullet, maar wel aan de slag! 

Meer woningen bouwen in Nederland heeft topprioriteit en draagt bij aan bestaanszekerheid: niet-wonen is geen optie. Mona Keijzer zet de ambitie van Hugo de Jonge voort om jaarlijks 100.000 woningen te realiseren, maar zoals ze zelf aangeeft is er geen ‘golden bullet’.  Het is een combinatie van meerdere oplossingen en aanpakken. De plannen moeten nu worden omgezet in daden. Dit vraagt om uitvoeringskracht van gemeenten, corporaties, zorg- en marktpartijen. 100.000 woningen erbij is een historisch grote opgave in een complexe bestuurlijke context te midden van schaarse beschikbare ruimte. Maar het is niet onmogelijk! Er zijn goede voorbeelden en dus aan de slag! Die 100.000 woningen… Het kan wél!

Meer weten?

Wilt u aan de slag met de woningbouwopgave? Uw plannen omzetten in daden? Neem voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Keetie van Rooijen, Luiten Plekker of Bart Smulders.

Dit artikel is onderdeel van onze Prinsjesdag-reeks over het regeerakkoord en de uitwerking van de plannen in de begroting(en). Eerder schreef Erwin Ormel al een financiële analyse over de septembercirculaire. De komende periode gaan we door middel van expertiseartikelen verder in op thema's als asiel, bestaanszekerheid, het sociaal domein, zorg, bestuurlijke vernieuwing en veiligheid.

Meer weten?

Neem contact met ons op

Keetie van Rooijen senior adviseur fysiek domein 06 - 53 42 97 43
Bart Smulders Adviseur fysiek domein 06 - 83 48 73 08
Luiten Plekker Woningcorporaties managing consultant
PUBLICATIE WONEN-EN-WONINGCORPORATIES FYSIEK-DOMEIN GEBIEDSONTWIKKELING WONINGBOUWOPGAVE ORGANISATIE-VAN-CORPORATIES BETAALBARE-WONINGEN