
11 feb 2025
Richting bepalen in de jeugdzorg: kansen en uitdagingen voor de gemeenteraad
Gemeenten werken op verschillende niveaus hard aan het goed inrichten en toegankelijk maken van het jeugdbeleid. Ook landelijk liggen er allerlei plannen, zoals de Hervormingsagenda en het ‘Richtinggevend Kader’ voor stevige lokale teams. Allemaal bedoeld om de jeugdhulp betaalbaar en beheersbaar te houden. Met het ravijnjaar in aantocht, kunnen gemeenteraden nu meer dan ooit hun kaderstellende rol pakken bij het realiseren van deze ambities. De financiële uitdagingen bieden namelijk ook een kans om fundamentele keuzes te maken en daarmee focus aan te brengen in de jeugdhulp. Maar om te kunnen kiezen, moet je de problematiek wel begrijpen. Daarom delen BMC’ers Tom Plat en Tobias Hendriks in dit artikel wat zij in verschillende rekenkameronderzoeken hebben opgehaald. En geven ze daarmee een voorzet voor het beter in stelling brengen van de raad.
Wat behoort straks nog tot de geïndiceerde jeugdhulp? En wat kunnen of moeten we straks aanbieden als algemene en vrij toegankelijke voorziening? Bijna alle gemeenteraden zoeken op dit moment naar antwoord op deze vragen. En aanvullend naar een nieuwe koers voor het jeugdbeleid en de mogelijkheden om daarop (bij) te sturen. En dat is hoognodig. Uit het rapport ‘De stand van de Jeugdzorg 2024’ van de Jeugdautoriteit blijkt dat ongeveer driekwart van de gemeenten meer middelen uitgeven dan begroot. Ook de onafhankelijke Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd stelde in haar advies ‘Groeipijn’ dat de verbetering van de zorg onvoldoende is en de financiering ontoereikend.
Focus op samenwerking en kwaliteit
Als het gaat om het toekomstbestendig maken van het jeugdbeleid, speelt de raad een cruciale rol doordat zij in de basis de kaders kunnen vaststellen. In het complexe veld van de jeugdhulp met talloze zorgaanbieders, voorzieningen en (regionale) samenwerkingen is het daarbij niet alleen zoeken naar informatie en kennis, maar ook laveren tussen alle belangen. Collega’s Gert Ranter en Leonieke Kroneman concludeerden daarom al dat meer focus gewenst is op samenwerking tussen beleid en uitvoering (lees hier meer). Maar dat geldt evengoed voor de samenwerking van raad en uitvoering. De raad kan het ravijnjaar aangrijpen als kans om fundamentele keuzes te maken over wat straks jeugdhulp moet zijn en wat niet.
Informatiepositie van de raad
Om op het stelsel toekomstbestendig te maken, is het nodig om een koers uit te zetten en daarop te sturen. De afgelopen jaren zijn daarvoor de doelen en indicatoren voor jeugdhulp bij veel gemeenten scherper en concreter geworden. Ook zijn er flinke stappen gezet in het inzichtelijk maken en monitoren van de resultaten van het jeugdbeleid. Dat klinkt allemaal veelbelovend, maar wij zien dat de raad niet aan de basis hiervan heeft gestaan. De koers, de doelen en de instrumenten zijn niet van de raad, maar van de organisatie. Uit veel van onze onderzoeken blijkt dat raadsleden zich doorgaans onvoldoende uitgerust voelen om de rol als kadersteller of controleur op zich te nemen. Het gesprek over de vraag ‘Wat heb je als gemeenteraadslid nodig te kunnen controleren en kaderstellen?’ is doorgaans niet of onvoldoende gevoerd. Het formuleren en controleren blijft, zoals een raadslid het zei, ‘een beleidsfeestje’.
Tegelijkertijd is het ook een wisselwerking. Aangeven waar de informatiebehoefte ligt, is ook een verantwoordelijkheid van de raad zelf. En dat vinden velen lastig. Zonder een heldere opdracht of vraag kan de raad ook niet bediend worden. Kortom: raadsleden voelen zich misschien nog niet in stelling gebracht, maar hebben tegelijkertijd ook niet die positie geclaimd.
Complexe keuzes vragen om interventies
De komende tijd wordt het, met een toenemende en steeds complexere zorgvraag en steeds krappere budgetten, nóg belangrijker om keuzes te maken in de jeugdzorg. Het is belangrijk dat voor die tijd de kloof tussen raad en praktijk wordt gedicht. Wij roepen daarom op tot twee acties die allebei buiten de eigen raadszaal liggen: kijk in de keuken bij de uitvoering en neem het voortouw om andere gemeenteraden te betrekken bij de te maken keuzes.
Is meten genoeg om te weten?
Als we dieper inzoomen op de informatievoorziening aan de gemeenteraden, zien we dat er jarenlang is aanbevolen informatie meer en proactiever te delen. Dit blijkt ook uit onze onderzoeken. Het gevolg is in veel gemeenten een forse informatievoorziening. Soms zelfs te fors. Talloze memo’s, verschillende monitors en dashboards met tientallen indicatoren. Veel raadsleden zien door de indicatoren de doelen niet meer. Waarvoor dient al die informatie? Op dit punt is het echt nodig dat de raad zelf positie claimt en afbakent wat nodig is. Wat willen we weten? En wat is echt nodig om te kunnen controleren? Een mooi voorbeeld zijn de doelenkadergesprekken in Alkmaar. Daar houden raad, college en organisatie ieder jaar in gesprekken opnieuw de doelen tegen het licht én formuleren ze nieuwe streefwaarden.
De praktijk in
Dit soort feitelijke informatie vertelt maar een deel van het verhaal. Doelen en indicatoren geven geen inzicht in de praktijk. Wij pleiten daarom voor meer directe betrokkenheid van raadsleden bij jongeren en gezinnen die jeugdhulp ontvangen. Hoewel ‘jeugd’ vaker dan ooit op de agenda staat, gaat het in de raadszaal te vaak over de details en cijfers. Raadsleden krijgen een papieren en financiële werkelijkheid voorgespiegeld. Het gesprek over het effect van alle ondersteuning vindt doorgaans niet plaats in of met de raad. Dat is niet verwonderlijk, want het is ook complex. Tegelijkertijd blijft de raad zo op afstand staan, blijft ze een buitenstaander.
Om de informatiepositie van de raadsleden te verbeteren, zijn interventies nodig om de raad korter op de praktijk te krijgen. Om het systeem van jeugdhulp echt goed te snappen, is het nodig om de praktijk ‘te voelen’ en te weten hoe het veld in elkaar steekt. Hiervoor zijn talloze mogelijkheden: kennissessies met experts en professionals, met ervaringsdeskundigen (ouders bijvoorbeeld) of met jongeren in gesprek te gaan, maar ook stages en werkbezoeken zijn vaak zeer verhelderend. Of zoals een raadslid het tegen ons zei: ‘Je kunt een heel jaar verslagen krijgen, maar na een keer in de keuken kijken, weet je pas echt hoe het werkt.’ Er zijn ook gemeenten met jongeren- en/of cliëntenraden uit de doelgroep die over de schouder van de gemeente meekijken en ongevraagd en gevraagd advies geven.
Dus ga langs de toegangsteams, bezoek een zorgaanbieder, ga mee op huisbezoek bij een inwoner en loop eens mee met het jongerenwerk. Dat hoort de facto ook bij de rol van volksvertegenwoordiger. Griffies staan doorgaans open om dit te faciliteren en daarnaast kan de raad een beroep doen op ambtelijke bijstand.
Hoewel de mogelijkheden te over zijn, zien we dat de animo voor ‘bezoeken’ doorgaans beperkt is door de werkdruk van de raad. Ook op dit vlak pleiten wij ervoor als raad keuzes te maken. Wij zeggen niet dat de raad permanent op schoolreis moet, maar wel dat kennis van de praktijk onmisbaar is voor goede keuzes rond jeugdhulp.
Samenwerken met raden in de regio
Ook kennisdeling tussen raadsleden speelt een cruciale rol. Waar bestuurders en ambtenaren elkaar doorgaans goed weten te vinden, zien we op raadsniveau vaak het tegenovergestelde. Er zijn nog te weinig gemeenteraden die regionaal afstemmen, laat staan samenwerken. Dat is een gemiste kans. Gemeenten staan immers voor dezelfde opgave en trekken bestuurlijk vaak al samen op. Zeker nu door het aanstaande ravijnjaar fundamentele keuzes nodig zijn. Die keuzes beginnen voor een groot deel al bij de inkoop van jeugdhulp. Met de vraag: wat en hoe gaan we straks inkopen met elkaar?
Praat met elkaar, de regio én ketenpartners
Wij pleiten ervoor dat de raad het gesprek eerst met elkaar voert, maar daarna ook met andere raden uit de regio. En ten slotte met aanbieders, voorveld, onderwijs en alle andere ketenpartners. Dat kan uiteraard ook in een andere volgorde, als de drie gesprekken maar plaatsvinden. In enkele regio’s zijn al radenplatforms opgezet. Bijvoorbeeld in de Haaglanden 10-regio, waar een platform is dat eens in de zoveel tijd, maar ook rondom belangrijke besluitvorming, samenkomt om informatie uit te wisselen. Hierdoor zijn de raadsleden van de verschillende gemeenten goed op de hoogte van de regionale ontwikkelingen en de voortgang. Ook trekken de raden samen op bij het formuleren van doelstellingen.
Kennis van de praktijk en samen optrekken zijn essentieel om toekomstbestendig jeugdbeleid op te zetten én daarop te kunnen sturen. Een raad die over de juiste informatie beschikt, kan kaders stellen en controleren aan de hand van bijvoorbeeld rekenkameronderzoeken. Wij hopen dat onze meta-analyse van rekenkameronderzoeken een fundament kan vormen voor het beter positioneren van de raad.
Meer informatie
Wilt u meer weten over de inzet van rekenkameronderzoeken om het jeugdhulpstelsel te verbeteren? Wij denken graag mee over de beste manier om dit in te zetten in uw gemeente. Neem dan contact op met onze adviseurs Tom Plat en Tobias Hendriks.