
27 mei 2025
Bezuinigen op samenwerken: wat is het waard?
In tijden van bezuinigingen (denk aan het aanstaande ravijnjaar) en capaciteitsgebrek komt vaak de vraag naar boven wat de meerwaarde is van samenwerken. Kunnen we de tijd die we met elkaar in overleg zitten niet beter stoppen in het ‘echte werk’ dat gedaan moet worden? Deelnemers aan het zorgoverleg in Katwijk zijn er juist van overtuigd dat een goede samenwerking tijd scheelt en bovendien leidt tot betere zorg en ondersteuning én minder overlast voor de inwoners van Katwijk. BMC hielp het zorgoverleg in Katwijk met het vergroten van de effectiviteit van de netwerksamenwerking.
Een voorbeeld uit de praktijk: gemeente Katwijk
Iedere gemeente heeft een meldpunt waar inwoners en professionals terecht kunnen met signalen over kwetsbare personen in zorgelijke situaties. Voor gemeente Katwijk is dit het regionale Meldpunt Zorg en Overlast, dat valt onder Hecht Zorg- en Veiligheidshuis. Judith Boeren, procesregisseur van dit Meldpunt, vertelt: ‘Het Meldpunt is er voor iedereen die zich zorgen maakt over mensen in hun omgeving. Burgers die bezorgd zijn over hun buurvrouw of buurman, maar ook professionals die er zelf niet uitkomen met hun cliënt of een gezin. Bijvoorbeeld omdat de hulpvragen zich uitstrekken over meerdere leefgebieden en er afstemming over de hulpverlening nodig is, of omdat de cliënt of het gezin hulp weigeren.’
Netwerksamenwerking met gezamenlijk doel
Om ervoor te zorgen dat mensen over wie melding wordt gedaan bij het meldpunt de juiste zorg krijgen, kent de gemeente Katwijk sinds 2000 het zorgoverleg Katwijk. Daar worden meldingen die bij het Meldpunt zijn binnengekomen besproken waarvoor samenwerking tussen verschillende partijen nodig is. Het is een voorbeeld van een netwerksamenwerking, waarin de deelnemende partners, naast het Meldpunt Zorg en Overlast zijn dat de politie, de woningcorporatie, verslavingszorg, GGZ, welzijn, maatschappelijke opvang en de gemeente, een rol hebben in de gezamenlijke opgave: het realiseren van een passend zorgaanbod en een sluitende aanpak voor inwoners met zorgmijdend of zorgwekkend en overlastgevend gedrag.
Een samenhangende aanpak maakt het verschil
Suzanne de Vreugd, werkzaam bij de gemeente Katwijk en coördinator van het zorgoverleg, ziet het belang van een goede samenwerking. ‘Het gaat in dit soort casuïstiek om zorgmijders. Als die de voordeur een keer open doen, moet je direct kunnen schakelen. Het momentum waarop je verschil kunt maken is dus maar kort. Als je dan vanaf je eigen eiland nog moet beginnen de lijntjes te leggen, is de kans heel klein dat je de opening die is ontstaan ook echt kunt benutten. Het kost professionals bovendien veel tijd en het risico op mislukte pogingen, die ook tijd en geld kosten, wordt groter. Het broze vertrouwen dat je bij de zorgmijder hebt bereikt, is ook direct weer verdwenen.’
Die problemen zijn te ondervangen, weet Suzanne. ‘Juist door binnen het netwerk een goede basis te hebben in de samenwerking, kun je op die momenten snel doorpakken en kan iedereen optimaal zijn rol nemen. Een samenhangende aanpak die precies aansluit bij wat voor de betreffende persoon op dat moment nodig én te dragen is, is immers cruciaal om het verschil te kunnen maken.’
Bezuinigen op samenwerking kost tijd én geld
Samenwerken moet je alleen doen als het nodig is. Het kost tijd en is vaak moeilijk, zeker als het vraagstuk waaraan gewerkt wordt ingewikkeld of spannend is. Er zijn genoeg voorbeelden van samenwerkingen die eigenlijk alleen bestaan omdat ze ooit zijn ontstaan, terwijl ze maatschappelijk gezien eigenlijk geen toegevoegde waarde meer hebben. Maar we zien ook de maatschappelijke opgaven die alleen effectief kunnen worden aangepakt als de samenwerking goed is. In die gevallen vereist de complexiteit van de opgave dat verschillende perspectieven worden samengebracht. Ten eerste om een goed beeld te krijgen van de situatie, wat die vraagt en wat daarin haalbaar is, maar ook om tot een samenhangende en daarmee effectieve aanpak te komen. Daarop bezuinigen kan juist veel extra tijd kosten, en daarmee geld.
Gemeente Katwijk en partners investeren in samenwerking
Suzanne zag dat de samenwerking in het zorgoverleg de laatste jaren moeizamer verliep. ‘In coronatijd was de klad er wat in gekomen. Doordat alles digitaal ging, moesten we steeds harder werken om iedereen betrokken te houden.’ Daarom benaderde zij in het voorjaar van 2023 BMC: ‘In de opleiding “Zorg en veiligheid”, die BMC destijds in opdracht van de VNG verzorgde, kwamen veel thema’s aan bod die ook voor ons van belang waren. Met name het verdiepen in elkaars perspectieven en het investeren in samenwerkingsrelaties verdiende de aandacht.’ En dus vroeg ze of BMC voor het zorgoverleg een dergelijke training kon geven.
Aan de slag: gezamenlijke verantwoordelijkheid
Naar aanleiding van het verzoek van Suzanne ging BMC samen met haar en een aantal vertegenwoordigers van het zorgoverleg aan de slag om een passend programma samen te stellen. BMC stelde voor om niet een reguliere training aan te bieden, maar in plaats daarvan een aanbod op maat te maken. Minke Poppens, managing consultant bij BMC: ‘Ons voorstel was om drie bijeenkomsten te organiseren met onderdelen over netwerksamenwerking en regie. Het doel was vooral om partners met elkaar in gesprek te laten gaan over hun eigen samenwerking en hoe die beter kon. Het voorstel viel in goede aarde, omdat het goed aansloot bij de wens om direct praktisch aan de slag te kunnen.'
De eerste dag stond in het teken van het verdiepen in elkaars perspectieven en positie. Nanja Willemsen, een van de trainers van BMC, vertelt: ‘Ik trof een constructieve groep professionals aan die echt bereid was te investeren in de samenwerking. Iedereen had zich goed voorbereid. Er werd veel gedeeld en uitgesproken, waardoor een goede basis werd gelegd voor het versterken van de samenwerkingsrelaties.’ Ook de ervaringen van de deelnemers zijn positief. Tristan Christen, procesregisseur bij het Meldpunt Zorg en Overlast: ‘Wat me vooral is bijgebleven is de uitgebreide kennismaking. Dit leidde al meteen tot veel inzichten en meer begrip voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. Het gesprek over de opgave waar we met elkaar voor aan de lat staan, versterkte vervolgens het gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Iets wat juist in de periode daarvoor steeds meer werd gemist.’
Wat hebben de bijeenkomsten opgeleverd?
Op dag twee werd het gesprek over de samenwerking verder gevoerd aan de hand van een aantal theoretische concepten. Dag drie stond geheel in het teken van de werkwijze van het zorgoverleg zelf. Hoe gaan we verder? Wat hebben we van elkaar nodig? Tristan: ‘BMC heeft daarin goed naar ons geluisterd en het hele programma van de derde dag omgegooid om aan te sluiten bij de behoefte die gedurende dag twee was ontstaan. Het heeft ons de mogelijkheid geboden om goede afspraken te maken over hoe we binnen ons zorgoverleg de samenwerking wilden voortzetten en wat we daarin van elkaar nodig hadden. De onafhankelijke gespreksleiding en de expertise op het gebied van netwerksamenwerking van BMC hielpen om het juiste gesprek met elkaar te voeren.’
Suzanne vertelt dat ze in de samenwerking ook echt effect zag van de investering die het zorgoverleg had gedaan. ‘Je merkte dat de lijnen weer korter waren, dat we sneller konden schakelen en weer wisten wat we aan elkaar hadden. We zien nu, ongeveer een jaar later, dat het weer wat meer aandacht behoeft. Dat heeft zeker ook te maken met wisseling van personen in het netwerk. Nieuwe mensen moet je weer meenemen in hoe we met elkaar werken en wat we van elkaar verwachten in de samenwerking. Dat gaat niet vanzelf.’
Bezuinigen op samenwerking: wat is het waard?
Daarmee doet Suzanne een uitspraak die de spijker op z’n kop slaat. Samenwerking gaat niet vanzelf. Het vraagt om het zorgvuldig opbouwen van relaties en een gedeelde gezamenlijke opgave die als fundament onder de samenwerking liggen. En het vraagt om onderhoud, iets wat zeker bij capaciteitsproblemen en veel wisselingen in medewerkers bij de betrokken partners extra uitdagend kan zijn.
Juist bij samenwerkingen die goed lopen is de waarde ervan soms wat onzichtbaar: het lijkt een vanzelfsprekendheid. Dan kan, zeker van buitenaf, de vraag ontstaan of het allemaal wel zo nodig is, al dat overleggen. Maar in situaties waarin de opgaven dusdanig complex zijn dat samenwerking onmisbaar is om effectief te zijn in de aanpak, is het terugschroeven van contactmomenten in het netwerk een groot risico. Het kan ertoe leiden dat er ‘de klad in komt’ en dat er gaten vallen die leiden tot onnodige maatschappelijke kosten. Zowel in euro’s als in de vorm van menselijk leed. We roepen dus juist in tijden van bezuinigingen op om, voordat je het mes in de samenwerking zet, goed te overwegen: wat is het waard?
Meer weten over de kracht van samenwerking?
Neem voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Minke Poppens of Nanja Willemsen.