18 jun 2024

Effectieve aanpak van thuiszittende leerlingen: een onderzoek in co-creatie

In ons samenwerkingsverband hebben we circa zeventig risicoleerlingen die niet naar school gaan. We willen graag weten welke specifieke ondersteuning zij nodig hebben.’ Dat was de vraag waarmee Samenwerkingsverband V(S)O Duin & Bollenstreek BMC benaderde. Het risico van niet-ingrijpen was groot: deze leerlingen konden blijvend buiten het reguliere onderwijssysteem vallen.

 

Het onderzoeksproces: co-creatie en dataverzameling

Het probleem van Samenwerkingsverband V(S)O Duin & Bollenstreek was tweeledig. Enerzijds waren de redenen waarom deze leerlingen niet naar school gingen niet duidelijk, en anderzijds was er behoefte aan inzicht in de beste ondersteuningsmethoden voor hen. BMC richtte een projectteam in, bestaande uit Berien Bakker, managing consultant en projectleider, adviseur Martine Grummer, twee trainees vanuit Jeugd & Onderwijs en adviseur Sabine van Zetten, die de mooie visuals verzorgde. Ook Wouter Witteveen en Abel Bakema, adviseurs vanuit Data & Dienstverlening, waren lid van het projectteam. Zij verzorgden de training voor medewerkers vanuit de praktijk die als duo-interviewers meeliepen. Ook hebben zij, op basis van de interviews, het verhaal van de thuiszitters samengesteld. Door als projectteam in co-creatie te werken met het samenwerkingsverband, V(S)O-scholen, zorg- en welzijnsorganisaties, het Regionaal Bureau Leerrecht en de Adviesraad EigenWijsheid kregen we waardevolle inzichten. De Adviesraad EigenWijsheid vertegenwoordigt thuiszitters en jongeren die vastlopen in het onderwijs. We werkten ook samen met diverse andere organisaties.
Daarnaast gebruikten we verschillende informatiebronnen, waaronder OnderwijsTransparant (OT), deskresearch en interviews met leerlingen en hun ouders. Hierdoor konden we een vollediger beeld van de situatie schetsen.

 

Samenwerkingsverband V(S)O Duin & Bollenstreek 

Binnen het samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek werken acht schoolbesturen en vijf gemeenten samen om ondersteuning op maat te kunnen bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Zij geven in de regio samen vorm aan het organiseren van initiatieven waar jongeren kunnen doorgroeien naar het volgen van onderwijs op school of educatie op een zorglocatie. Dit laatste vanuit het principe van leerrecht.
 

 

Gebruik van wetenschappelijke achtergrond

In het onderzoek naar de oorzaken en aanpak van schooluitval is wetenschappelijke kennis onontbeerlijk. Hieruit blijkt dat er geen universele verklaringsmodellen zijn voor schooluitval. De oorzaken lijken divers en contextspecifiek te zijn. Er is geen eenduidige causale relatie tussen gedragsproblemen en schooluitval. Ook toont onderzoek het belang van specifieke, op de leerling afgestemde interventies die gericht zijn op de school, het gezin en de individuele behoefte van de leerling.

Deze wetenschappelijke inzichten vormen de basis voor een meer geïnformeerde en effectieve aanpak van schooluitval. Ze benadrukken het belang van een holistische benadering die rekening houdt met de complexe en vaak onderling verbonden oorzaken van dit probleem. Zo biedt de wetenschappelijke literatuur niet alleen een beter begrip van de oorzaken van schooluitval, maar ook van de mogelijke wegen naar oplossingen.

 

Analyse

In het onderzoek hebben we ons gericht op thuiszitters volgens art. 25 (langdurig relatief verzuim) en risicoleerlingen. Er is sprake van een risicoleerling wanneer een leerling gedurende vier weken structureel minder dan 50% onderwijs volgt wegens medische of psychische omstandigheden. Dit sluit aan bij de gehanteerde thuiszittersregistratie van de samenwerkingsverbanden binnen regio Holland Rijnland. 

Bij de analyse vanuit het registratiesyteem Onderwijstransparant (OT) en vanuit de gesprekken met collega’s binnen het samenwerkingsverband blijkt dat de registratie van de leerlingen een aantal tekortkomingen kent: de inhoud van registraties is verschillend, er lijken meer leerlingen in beeld bij de adviseurs van het Loket Passend onderwijs dan in de registratie zijn opgenomen, er is soms sprake van geen of onderregistratie en voor een aantal leerlingen ontbreekt een koppeling met een contactpersoon. Met aandacht voor deze beperkingen, wordt zichtbaar dat de risicoleerlingen en thuiszittende leerlingen veelal tussen de 14 en 16 jaar oud zijn, meisjes zijn in de meerderheid. Bij 67 tot 78 procent van deze leerlingen is er overwegend sprake van internaliserende problematiek. Hierbij lijken angst- en depressieklachten het meest voorkomend. Voor de helft van deze groep geldt dat er een zorgorganisatie betrokken is.
 

Bevindingen en uitdagingen

De bevindingen uit het onderzoek leggen de uitdagingen om te komen tot een passende aanpak voor deze jongeren bloot. Zo kwam uit de interviews met jongeren en ouders het belang naar voren van een integrale aanpak, waarbij jongeren, ouders en school samenwerken. De jongeren ontvangen op verschillende gebieden ondersteuning of hulp, bijvoorbeeld aangepast onderwijsaanbod gecombineerd met psychische hulp, behandeling door een orthopedagoog, medicatie, therapie, dagbesteding of ondersteuning van sociaal werk. Een integratief beeld van de problematiek komt nu echter vaak pas laat tot stand. De ondersteuning wijst erop dat interventies niet alleen dienen te focussen op het bevorderen van de schoolgang en het stimuleren van aanwezigheid. Aandacht voor factoren of probleemgebieden die niet direct met school te maken hebben, zoals psychisch, fysiek, of sociaal welzijn, evenals de thuissituatie en ouders, is essentieel. 

De bevindingen benadrukken het belang van maatwerk en de noodzaak om flexibel te blijven in de benadering van elke unieke situatie. Er zijn wel enkele algemeen geldende aandachtspunten voor een integrale aanpak: 

  • Goed contact tussen jongeren, ouders en school/hulpverlening is essentieel en vraagt om constante inspanning en aanpassing. Vooral wanneer er veranderingen zijn in de begeleidingsstructuur van de school. 
  • Bereidheid van jongeren en ouders om hun situatie te verbeteren en samen te werken met hulpverleners is cruciaal en ook kwetsbaar. 
  • Een veilige omgeving binnen de scholen is noodzakelijk.
  • Het is belangrijk om niet te hoog in te zetten bij de start van interventies en om onderwijsmogelijkheden en -taken aan te passen aan de behoeften van de leerling.
  • Het faciliteren van contact met leeftijdsgenoten en het creëren van beweging richting onderwijsdeelname zijn ook essentiële elementen in deze aanpak. 

 

Advies van een tweeledige aanpak

Op basis van onze bevindingen adviseerden we het samenwerkingsverband een tweeledige aanpak. Ten eerste, de verbetering van registratie, oog voor aanwezigheid en opvolging van afwezigheid. Ten tweede de ontwikkeling van een specifiek groepsaanbod voor havo-vwo-leerlingen door het versterken van individuele ondersteuningsarrangementen en het ontwikkelen van een nieuw groepsaanbod. Dit advies sloot aan bij de behoeften van de opdrachtgever.

Op basis van onze bevindingen hebben we aanbevelingen geformuleerd voor het Samenwerkingsverband V(S)O Duin & Bollenstreek en hun samenwerkingspartners:

  • Breng de algemene, preventieve interventies (laag 1 van de MD-MTSS-piramide) samen met het Regionaal Bureau Leerrecht, scholen en besturen in beeld. Dit bevordert een gecoördineerde aanpak en efficiënte inzet van middelen.
  • Onderzoek en ontwikkel de mogelijkheden van digitaal (afstands)onderwijs. Dit kan een cruciale rol spelen in het bieden van continuïteit van onderwijs voor leerlingen die niet fysiek aanwezig kunnen zijn. De kans die digitalisering biedt voor passend onderwijs is opgenomen als een van de prioriteiten binnen de Verbeteraanpak Passend onderwijs (zie ook Actieprogramma Digitale school). 
  • Herformuleer binnen de gehanteerde HollandRijnlandMethode (dHRM) termen vanuit leerrecht en zorg voor borging in het handelen en in afspraken. Dit waarborgt dat de basisrechten van leerlingen gerespecteerd en geïmplementeerd worden.
  • Evalueer binnen het samenwerkingsverband de afspraken rondom registratie en opvolging bij afwezigheid en voer regie op de uitvoering. Voor effectieve interventies is het essentieel dat er een nauwkeurig overzicht is van leerlingaanwezigheid en -afwezigheid.
  • Vraag professionals om het contact met de jongere en ouder in stand te houden en faciliteer dat. Het behouden van een sterke communicatielijn tussen leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals is fundamenteel voor succesvolle ondersteuning.

 

Geïntegreerde aanpak

Deze actiepunten zorgen voor een geïntegreerde aanpak op meerdere facetten, gericht op het verbeteren van de onderwijservaring en het welzijn van havo-vwo-leerlingen in de regio.

De volgende stappen in dit project omvatten het blijven evalueren en verfijnen van de geïmplementeerde strategieën en het waarborgen van de voortdurende dialoog tussen alle betrokken partijen. Dit zal helpen om de opgedane kennis te blijven toepassen en te zorgen voor duurzame verbeteringen in de ondersteuning van thuiszittende leerlingen.

 

Merkbare verbetering

Het werken in co-creatie was van grote meerwaarde voor het samenwerkingsverband. ‘Dankzij het werken in co-creatie is tijdens en na afloop van het onderzoek ons beeld van zowel de problematiek als de benodigde aanpak steeds helderder geworden.’ Dit resulteerde in een merkbare verbetering: de betrokkenheid vanuit de scholen bij deze thuizittende leerlingen nam toe, wat een belangrijk succes was.
 

Zelf aan de slag?

Terugkijkend op het project, zijn wij trots op de impact die we hebben kunnen maken. Het was een leerzame ervaring, die de kracht van samenwerking en gedegen onderzoek benadrukt. Een succesvolle aanpak van thuiszitters is gebaat bij grondig onderzoek en co-creatie met alle betrokkenen: jongeren, ouders, scholen, het samenwerkingsverband en de samenwerkingspartners. Dit zorgt voor een gedegen begrip van de problematiek en draagt bij aan effectieve oplossingen.

 

Zelf ook aan de slag met duurzame, effectieve oplossingen voor thuiszitters en hun omgeving? Neem dan contact op met onze adviseurs.
 

ONDERZOEK JEUGD-EN-ONDERWIJS JEUGDHULP

Berien Bakker managing consultant 06 - 40 16 95 46
Martine Grummer senior adviseur onderwijs 06 - 20 23 09 50
Wouter Witteveen senior onderzoeker/adviseur 06 - 20 08 59 88

Gerelateerde artikelen