20 aug 2024
De rol van onderwijszorgarrangementen bij het voorkomen van thuiszitters
In Nederland gaan nog steeds kinderen niet naar school. Zij krijgen geen toegang tot het onderwijs waar zij recht op hebben. Er zijn goede voorbeelden hoe het onderwijs voor deze kinderen gerealiseerd kan worden. Bijvoorbeeld in de proeftuinen onderwijszorgarrangementen. BMC voerde dit project uit in opdracht van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Het doel van het project was om bestaande zorg- en onderwijs-zorginitiatieven te helpen zich binnen de huidige wet- en regelgeving verder te ontwikkelen en te verduurzamen. Zodat zij onderwijs kunnen geven dat voldoet aan alle deugdelijkheidseisen. Waar nodig werd de samenwerking tussen onderwijs- en zorgpartijen tot stand gebracht.
Ieder initiatief kreeg een BMC-adviseur als begeleider. Als eerste zijn de begeleiders op zoek gegaan naar de maximale ruimte binnen wet- en regelgeving. De verzamelde informatie is gebruikt om daarna het experiment OZA in te richten. Verder zorgde de begeleider ervoor dat in het project opgedane kennis en ervaringen over wat wel en niet werkt werd gedeeld via rapportages, werkbezoeken en kennisdelingssessies. Zodat andere onderwijs-zorg-initiatieven, partijen als het samenwerkingsverband en beleidsmakers van de ministeries hiervan kunnen leren.
Het belang van onderwijs
Als er geen onderwijs gegeven wordt in zorginitiatieven, kunnen kinderen grote achterstanden in hun ontwikkeling oplopen. Een voorbeeld daarvan zijn kinderen die op 4-jarige leeftijd nog niet schoolrijp worden bevonden door het onderwijs. Zij kunnen niet naar school en verblijven in een zorginstelling. Als er vervolgens in hun dagprogramma in de zorginstelling geen onderwijs wordt aangeboden, kunnen zij ook op 6-jarige leeftijd niet instromen omdat zij achterstanden in het onderwijs hebben opgelopen. Zo blijven zij de aansluiting met onderwijs missen. Ook voor jongeren van 12 jaar en ouder is het moeilijk om weer aan te sluiten als zij langere tijd niet naar school zijn gegaan. Onder andere door het jaarklassensysteem op scholen.
Begeleiding van de initiatieven
Meteen na de start van het project werd duidelijk dat alle initiatieven van elkaar verschilden. Van doelgroep tot fase van organisatie waarin de initiatieven verkeerden. Ook de vraag was niet eenduidig. Bij het ene initiatief waren de afspraken tussen onderwijs en zorg al uitgewerkt. Bij een ander initiatief moest de samenwerking in het netwerk nog tot stand komen. De totstandkoming werd vaak bemoeilijkt door de kleinschaligheid van de initiatieven en het grote spreidingsgebied waar de kinderen woonden. Kinderen komen veelal uit verschillende gemeenten met verschillende regels.
Stichting Brilliant Future Kids
Een van de initiatieven in de proeftuinen OZA was Stichting Brilliant Future Kids (SBFK), een autismecentrum voor talentontwikkeling voor jongeren van 12 tot 23 jaar. Voor veel van de jongeren die SBFK bezoeken legt het onderwijssysteem te veel nadruk op het behalen van diploma’s. Zij worden overvraagd door het uitgebreide pakket aan vakken en vaardigheden op school.
Dit leidt vaak tot situaties waarin jongeren binnen zowel het reguliere als het speciale onderwijs overvraagd én ondervraagd worden. Dit kan verschillende problemen veroorzaken, denk aan stress, overprikkeling, faalangst en depressiviteit, die kunnen leiden tot schooluitval. SBFK wil jongeren stimuleren en motiveren in dingen die ze wél kunnen. Als jongeren weer zelfvertrouwen hebben en tot rust zijn gekomen, wil SBFK ze helpen om waar mogelijk te leren en certificaten of hun diploma te halen. Het toewerken naar een diploma gaat in stapjes en vanuit de, voor de jongere, veilige omgeving van SBFK.
Tamara Miranda, directeur van SBFK: ‘Kinderen komen hier vaak depressief en soms suïcidaal binnen. En met een heel laag zelfbeeld. Wij willen ze weer zelfvertrouwen geven. Eens per jaar houden we een expositie van het werk van de jongeren. We hebben daarbij ook een digitale presentatie van het onzichtbare werkt. Het werk dat wel gebeurt, maar dat je niet kan tonen. Het afgelopen jaar zei een van onze jongeren: “Ik heb dit jaar van mezelf leren houden.” Daar doen we het allemaal voor.’
SBFK wil het onderwijs op professionele wijze aanbieden en samenwerken met een onderwijspartner. Die samenwerking stond nog in de kinderschoenen en was nog niet geformaliseerd. Om onderwijs in het dagprogramma van de jongeren te integreren was er veel overleg nodig en dit vele overleg resulteerde in minimaal resultaat.
BMC-adviseur Ellen Broersma heeft veel ervaring met en kennis over (speciaal) onderwijs en het netwerk rond onderwijs. ‘Ik bracht mijn kennis over het onderwijs en de bijbehorende vaktaal naar SBFK. Dit bevorderde de communicatie tussen SBFK en het onderwijs. Daarnaast kon ik gebruikmaken van het netwerk van BMC met alle kennis en ervaring die hierin te vinden is. Hierdoor werden er in het netwerk personen gevonden die konden helpen met het oplossen van de problemen. Een voorbeeld hiervan is de kinderombudsman. Door structureel en doelgericht te overleggen werd er systematisch aan oplossingen voor problemen rond onderwijs en zorg gewerkt. Als neutrale partij kon ik makkelijk contact leggen in het netwerk rond SBFK. Hierdoor werden vragen goed en door de juiste partijen opgepakt.’
Netwerk in beeld
In het project bleek dat het netwerk rond het OZA van groot belang is. Om daar meer inzicht in te krijgen is er een infographic gemaakt waarin de partijen staan met hun rollen en verantwoordelijkheden. Deze infographic helpt om na te gaan met welke partners er gesproken moet worden voor doorontwikkelen en binnen welke kaders deze partners werken. Deze infographic is opgenomen in de Toolbox Proeftuinen OZA-BMC.
Leren van elkaar
In het project heeft kennisdeling plaatsgevonden via kennisdelingssessies en werkbezoeken. Hierbij sloten de deelnemers, de onderwijsinspectie, de beleidsmakers van de ministeries en bewindspersonen aan. De beleidsmakers hebben goede beelden van onderwijszorgarrangementen en inzichten gekregen, die meegenomen worden in beleid. De leerpunten zijn verwerkt in een eindevaluatie en een toolbox (lees hier meer details en het eindrapport). Deze kennis kan helpen bij het organiseren van onderwijs en zorg voor kinderen en jongeren.
Zelf aan de slag?
Ook aan de slag met onderwijszorgarrangementen of jouw bestaande project verder brengen? Wij hebben de ervaring en de expertise om dit te begeleiden. Neem contact op met onze adviseur Ellen Broersma.