14 mrt 2023

Benut sociale structuur bij aanpak ongelijkheid in wijk

‘Je kunt wel zien dat dit een goede buurt is’, zei pas iemand tegen me toen ik door een wijk in Amsterdam-Noord liep. Een zin die je wellicht zelf ook wel eens hoort, zegt of denkt. Ik reageerde niet meteen. Ik ken een aantal mensen die in deze wijk wonen. Mensen die dezelfde postcode delen, maar zo verschillend zijn. Wat zegt dat over de buurt? Is die dan goed? Of slecht? En waar baseren we dat op?

Ik moest aan dit moment denken toen het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in het rapport Eigentijdse Ongelijkheid zeven sociale klassen introduceerde. Het rapport benadrukt dat ongelijkheid meer inhoudt dan verschil in inkomen, vermogen of opleiding. Iets wat beleidsmakers, bestuurders en adviseurs gelukkig ook al weten, maar het is belangrijk om dit te blijven benoemen.

In gesprek over ongelijkheid

Lees het rapport dus vooral en praat erover met je collega’s. Dat deed ik ook. Met mijn collega’s Heleen Rijnkels, Jeanet Zonneveld en Rolf Snaterse boog ik me over de vraag of de classificering van het SCP een ander licht laat schijnen op wijkaanpak. De gebruikte indicatoren die de opgaven in een wijk zichtbaar maken, zeggen immers niet zo veel over de sociale klasse van mensen. Wat leren de inzichten van het SCP ons over een effectieve wijkaanpak?

Eigentijdse ongelijkheid

Het SCP-onderzoek formuleert een nieuwe definitie van ongelijkheid. Ongelijkheid gaat niet alleen over verschillen in inkomen, vermogen en opleiding. Het rapport vraagt aandacht voor culturele, persoonlijke en sociale aspecten van ongelijkheid. Wie ken je, wie ben je en waar pas je bij? Dat blijken bepalende factoren voor ongelijkheid.

Daarnaast wijzen de onderzoekers op de eenzijdigheid van het traditioneel ingezette type maatregelen, bijvoorbeeld een uitkering, scholingsbudget of toeslag. Terwijl juist het aanboren van culturele, sociale en persoonlijke hulpbronnen mensen verder helpt. Een louter ‘economische’ benadering is niet afdoende. Er is, aldus het onderzoek, meer inzet nodig op minder voor de hand liggende aspecten van ongelijkheid.

Balans tussen draagkracht en draaglast

‘Deze eigentijdse kijk op ongelijkheid biedt nieuwe perspectieven’, aldus Heleen. De resultaten van het SCP-onderzoek doen haar denken aan een onderzoek dat BMC samen met de Universiteit Twente deed naar draagkracht – het vermogen om met vragen om te gaan en ze op te lossen – en draaglast van inwoners – de tegenslagen waarmee ze te maken krijgen. ‘Uit dit onderzoek bleek dat mensen door betere toegang tot hulpbronnen als sociaal en persoonlijk kapitaal en beschikbare voorzieningen beter in staat zijn om problemen op te lossen.’ Mijn collega Jeanet voegt toe: ‘Om mensen te kunnen helpen op cruciale momenten in hun leven moet je dichtbij zijn: in de wijk, in de school, in de straat, achter de voordeur.’

Wijkaanpak laten aansluiten op draagkracht

De inzichten van het SCP helpen om verder aan de slag te gaan met een aanpak van ongelijkheid die past bij de leefwereld van inwoners. Wat het beste helpt, is afhankelijk van de persoonlijke situatie van inwoners. De ene keer is dat versterking van de inkomenspositie zijn of investeren in een opleiding, een andere keer versterking van persoonlijke of sociale competenties. Aansluiten op draagkracht en aanvullen van hulpbronnen is essentieel en blijkt zeer succesvol.

De sociale structuur benutten

Ook in buurten waar je doorheen loopt en denkt te zien dat het een ‘goede buurt’ is, zijn er uitdagingen. Draagkracht zie je niet als je door de wijk loopt. Om van betekenis te zijn voor inwoners, zoals bij een wijkaanpak, moet je naar hen toe en met hen in gesprek. Benut hiervoor de sociale structuur binnen de wijk. ‘Zie bewoners als gelijkwaardige partner’, adviseert Rolf. ‘En durf ook de vraag te stellen: wat heb jij nodig om jouw leven een beetje beter te maken? Daar is lef voor nodig. Er volgt namelijk vaak een antwoord dat niet aansluit bij de manier waarop we het systeem hebben ingericht.’

Kracht van de wijkaanpak

In wijken zijn al allerlei organisaties actief die werken vanuit nabijheid en die culturele, sociale en persoonlijke hulpbronnen aanvullen. Denk aan Stichting Studiezalen in Amsterdam, die kinderen met aandacht, fietsen, laptops, netwerk en stageplekken verder helpt. Een ander mooi voorbeeld is Stichting Buurtgezinnen, actief in 100 gemeenten. Gezinnen uit dezelfde buurt, een vraaggezin en een steungezin, zijn er voor elkaar en vullen elkaars hulpbronnen aan.

Zo ook in de Amsterdamse buurt waar ik doorheen liep; gezinnen zijn er voor elkaar. Misschien zijn deze gezinnen wel de daadwerkelijke kracht van de wijkaanpak?

Henrike Klok

Henrike Klok managing partner Wonen & Woningcorporaties 06 - 23 77 40 97
BLOG SOCIAAL-DOMEIN WONEN-EN-WONINGCORPORATIES WIJKAANPAK VERSTERKEN-SOCIALE-BASIS INCLUSIEVE-STEDEN ENERGIEKE-WIJKEN

Gerelateerde artikelen