20 apr 2022
Wijkaanpak: inwoner voorop
De school waar je naartoe gaat, het huis waar je woont en de buitenruimte waarin je ontspant zijn allemaal van grote invloed op je leven: het maakt uit waar je bent geboren voor de kansen die je hebt. Kansengelijkheid is de laatste jaren uitgegroeid tot een gevleugelde term, die omarmd is door beleidsmakers. Maar hoe zorgen gemeenten en hun partners echt voor gelijke kansen? Wil je de sociale basis in wijken verbeteren en zorgen voor meer kansengelijkheid dan is een gerichte, integrale en langjarige wijkaanpak noodzakelijk, betogen managing partner Wonen & Woningcorporaties Henrike Klok en partner Versterken Sociale Basis Kees-Jan van de Werfhorst namens BMC.
‘Wonen, werken, onderwijs, veiligheid en gezondheid zijn los van elkaar georganiseerd, maar ze zijn in levens van mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden’, begint Henrike Klok. ‘Alleen als alle partners verantwoordelijkheid nemen en integraal samenwerken in de wijk en mét de wijk kunnen de kansen voor mensen in die wijk toenemen. We weten dat er drie sleutelfactoren zijn voor een succesvolle wijkaanpak: inwoners moeten duurzaam betrokken zijn, waar mogelijk als beslissers; de leefwereld van inwoners is het uitgangspunt voor de aanpak en professionals moeten het mandaat en de bestuurlijke rugdekking hebben om samen met inwoners te doen wat nodig is.’
Betrokkenheid als basis voor beleid
Kees-Jan van de Werfhorst vult aan: ‘Een geslaagde wijkaanpak, vraagt een andere manier van werken. Niet (alleen) kijken naar indicatoren zoals het aantal bijstandsuitkeringen of kinderen in de jeugdzorg, maar in gesprek gaan met wijkbewoners over hun problemen en hun oplossingen. Iedereen weet het, maar het gebeurt nog steeds te weinig. Inwonerparticipatie is in veel gemeenten nog steeds een sluitstuk, dat ene vinkje aan het eind van een beleidstraject.
Maar je moet het juist omdraaien: begin bij het leven van inwoners en maak beleid dat daarop aansluit. Opbouwwerkers en collectieven van bewoners vervullen daarin bijvoorbeeld een belangrijke schakelfunctie. Zij bereiken wel de mensen die zo wantrouwend staan tegenover instituties, dat ze geen enkele brief openmaken of die nu van de belastingdienst, de GGD of de gemeente komt.’
Met de wijk de schouders eronder
Henrike Klok en Kees-Jan van de Werfhorst erkennen dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan. Klok: ‘De manier van (samen)werken is niet in een keer te kantelen, kansengelijkheid bereik je niet van vandaag op morgen, maar je kunt wel vandaag beginnen. Ga het gesprek aan, werk integraal in een netwerkbenadering, doel- en opgavegericht en houd dit minstens 20 jaar vol. Geslaagde samenwerking kan niet zonder onderling vertrouwen, vertrouwen dat alle netwerkpartners hun schouders onder een gezamenlijk doel (willen) zetten. In het belang van en nadrukkelijk mèt inwoners.
Burgemeesters hebben hier ook een belangrijke rol in. Zij kunnen wisselende coalities overbruggen en eraan bijdragen dat wethouders niet alleen op eigen portefeuille sturen maar de mensen in de wijk centraal stellen.’ Van de Werfhorst: ‘Alle partijen die wij als BMC spreken ervaren dagelijks hoe lastig het is, maar het kan wel. Een wijkaanpak bestaat alleen uit meer dan, kleine, praktische acties. Ze vraagt een breed, ambitieus, gedragen plan waar alle partners zich langjarig voor inzetten.’
Dit interview verscheen in Binnenlands Bestuur magazine, editie 8 2022.