26 jan 2024
Samenwerken aan regionale aanpak biedt uitkomst bij invoering Spreidingswet
De aanname van de Spreidingswet door zowel de Eerste als de Tweede Kamer moet een einde maken aan de chaos binnen de asielopvang. De Spreidingswet verwacht dat elke gemeente zijn steentje bijdraagt aan de opvang. Voldoen gemeenten daar niet aan, dan kunnen ze gedwongen worden. Veel gemeenten slaken nu een zucht van verlichting, terwijl bij andere wellicht de buikpijn opborrelt. Maar samenwerken aan een regionale aanpak biedt perspectief, zo betogen BMC’ers Bert Peterse en Marieke Tetteroo.
De kern van de Spreidingswet
‘Dat deze wet er nu doorheen is, geeft maatschappelijke duidelijkheid’, stelt Peterse. ‘Asielopvang vraagt veel van de gemeenten die hierin vrijwillig een stap naar voren hebben gezet. Onderzoek van de NOS liet eerder zien dat vooral kleinere gemeenten verhoudingsgewijs veel asielzoekers opvangen en dat zo’n 200 gemeenten de afgelopen 10 jaar geen asielopvang realiseerden.’ Met de Spreidingswet legt het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) provincies het aantal te realiseren opvangplekken op. Om de twee jaar schat het ministerie hoeveel opvangplekken de komende twee jaren nodig zijn. De eerste prognose wordt eind januari 2024 bekendgemaakt. Provincies maken vervolgens een verdeling per gemeente. Ze houden daarbij rekening met de bestaande opvanglocaties, het aantal inwoners en de sociaaleconomische status van de gemeente.
Opvangplekken realiseren
Peterse vervolgt: ‘Gemeenten die vrijwillig opvangplekken willen realiseren kunnen zich bij de Commissaris van de Koning melden. Ook kunnen zij hier in de regio onderling afspraken over maken. Jaarlijks meldt de Commissaris voor 1 november hoeveel structurele opvangplekken een gemeente of regio wil realiseren. De staatssecretaris van JenV bekijkt op basis van de provinciale plannen of dit tot voldoende opvangplekken leidt en stelt deze plannen vast. Worden in een provincie niet voldoende plekken gerealiseerd, dan kan de staatssecretaris voor 31 december de gemeenten aanwijzen die voor extra plekken moeten zorgen.’ Deze cyclus doorlopen het ministerie en de provincies iedere twee jaar.
Bredere huisvestingopgave
Gemeenten staan voor meer huisvestingopgaven. Peterse somt op: ‘Ze hebben te maken met te weinig woningen en beperkte bouwmogelijkheden door de stikstofproblematiek en klimaatverandering. Ook de overgang naar duurzame energieopwekking speelt een rol en vanwege netcongestie is het aansluiten van huizen en voorzieningen op het stroomnet een uitdaging.’ Het COA verwacht dat eind 2024 96.000 opvangplekken nodig zijn voor asielzoekers, terwijl gemeenten ook al 100.000 Oekraïners opvangen. ‘Daarnaast laten cijfers van het CBS zien dat het aantal EU-arbeidsmigranten de afgelopen jaren sterk is gestegen en dat studentensteden toenemend te maken hebben met internationale studenten.’
Huisvesting van asielzoekers vraagt actie en biedt kansen
De Spreidingswet dwingt gemeenten om in actie te komen. Hoe kan dat in zijn werk gaan? Als asielzoekers in afwachting zijn van een verblijfsstatus, is huisvesting in een azc een eerste stap om een nieuw leven op te bouwen. Werk is een tweede. Tetteroo: ‘Asielzoekers die direct in staat zijn of in staat gesteld worden om te werken, dragen bij aan de lokale economie. Dit is vooral waardevol in sectoren met een tekort aan arbeidskrachten. Bovendien beschikken mensen soms over ondernemersvaardigheden, omdat ze in hun land van herkomst een eigen bedrijf hadden. Er ligt hier een kans voor hen om, met hulp, opnieuw een bedrijf op te starten. Wat weer kan leiden tot economische groei en werkgelegenheid.’ Peterse vult aan: ‘Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft bovendien uitgewezen dat het motiveren van asielzoekers deel te nemen aan lokale gemeenschapsactiviteiten en vrijwilligerswerk, ook positief werkt. Het stimuleert en versterkt de sociale cohesie.’
De kracht van regio’s
Meedoen en participeren is de belangrijkste sleutel voor asielzoekers om een plekje in de samenleving te vinden. Opvang en huisvesting vormen daarbij een basisvoorwaarde. ‘In plaats van asielzoekers van noodopvang naar noodopvang te verplaatsen, kunnen mensen dan doorstromen naar een woning in de regio waar ze ook al opgevangen zijn’, licht Peterse toe. ‘Het omdenken naar kansen bij huisvesting begint bij de regio. Daar profiteren niet alleen asielzoekers van, maar ook eigen inwoners die wachten op woonruimte. Gebruik de arbeidsmarkt en de regionale ontwikkeling daarbij als vertrekpunt.’ De Spreidingswet geeft inzicht in de opgave per gemeente, concludeert Tetteroo. ‘Gemeenten die de kracht van samenwerking op regionaal niveau onderkennen, kunnen de opgave beter vervullen.
Kies voor een ander perspectief
In de afgelopen jaren heeft BMC al veel gemeenten en regio’s geholpen bij de opgave om asielzoekers te huisvesten. Die ervaring heeft waardevolle inzichten opgeleverd, vertelt Tetteroo. ‘Bijvoorbeeld over geschikte locaties voor opvang en huisvesting van asielzoekers. Momenteel onderzoeken we in een regionale pilot welke voorwaarden en omstandigheden nodig zijn om huisvesting van asielzoekers op kleinere locaties mogelijk te maken. Ook nemen we deel aan een programma waarbij asielzoekers vanaf dag 1 meedoen.’ BMC is gedreven en deskundig in de ontwikkeling van een programmatische aanpak die tot duidelijkheid en overzicht leidt. Hierdoor worden integrale samenwerking en gewenste resultaten zichtbaar.
Aan de slag of meer informatie?
BMC helpt en adviseert gemeenten in de opgave die de Spreidingswet geeft. Wilt u meer informatie of aan de slag? Neem contact op met Bert Peterse of Marieke Tetteroo.