Strengere regels en lagere huurprijzen: Wat de nieuwe huurwetten betekenen voor huurders en verhuurders

Wet betaalbare huur

Met de nieuwe Wet betaalbare huur heeft Nederland een belangrijke stap gezet naar betaalbare en eerlijke huurprijzen. De wet stelt maximale huurprijzen vast volgens het vernieuwde Woningwaarderingsstelsel (WWS), waardoor te hoge huren in de middenhuursector worden aangepakt. Met de invoering van deze wet wordt het WWS dwingend. Huurders hoeven niet langer zelf naar de Huurcommissie of de rechter te stappen om hun recht te halen; verhuurders van woningen tot 186 punten met een huurwaarde tot €1.123 zijn nu verplicht zich aan de maximale huurprijs te houden. Dit maakt een betere handhaving mogelijk. 

De Wet betaalbare huur is ingegaan op 1 juli 2024, maar woningcorporaties en andere verhuurders kunnen dan nog niet alle wijzigingen in het WWS doorgevoerd hebben. Dit brengt namelijk veel aanpassingen met zich mee, ook van softwareleveranciers. Daarom handhaven gemeenten vanaf 1 januari 2025. In deze periode mag de Huurcommissie ook geen boetes opleggen. Woningcorporaties en andere verhuurders moeten in deze periode de puntentelling van woningen corrigeren en de huur verlagen als deze boven het wettelijk maximum uitkomt. Per 1 januari 2025 moeten woningcorporaties en andere verhuurders de puntentelling van woningen doorgeven aan huurders. Vanaf deze datum kan dit ook gehandhaafd worden.

De Wet betaalbare huur staat niet op zichzelf, maar vormt een geheel met de eerder ingevoerde Wet goed verhuurderschap. De nieuwe wet voegt een achtste regel toe aan de zeven algemene regels van goed verhuurderschap die bij de Wet goed verhuurderschap horen (o.a. tegengaan van discriminatie en intimidatie). Beide wetten hebben als gezamenlijk doel huurders te beschermen tegen onredelijke huurprijzen en verhuurders te verplichten hun woningen op een verantwoorde wijze te verhuren.

Wet goed verhuurderschap 

De Wet goed verhuurderschap is ingegaan op 1 juli 2023 en geeft gemeenten de mogelijkheid om landelijk geüniformeerde regels in te stellen ter bevordering van goed verhuurderschap. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om een gebiedsgerichte verhuurdervergunning in te voeren om malafide verhuurderschap te voorkomen en tegen te gaan. 

Gemeenten moesten vóór 1 januari 2024 een meldpunt hebben ingericht waar huurders en woningzoekenden terecht kunnen. Met dit meldpunt kunnen gemeenten ook de regels van de nieuwe wet handhaven. Woningcorporaties, hoewel vrijgesteld van de verhuurdervergunning, moeten ook voldoen aan de verplichting om huurders te informeren over hun rechten en beschikbare middelen. Dit geldt ook voor bestaande huurovereenkomsten, waarbij alle benodigde informatie vóór 1 juli 2024 aan huurders moet zijn verstrekt. De meeste corporaties hebben dat gedaan tegelijk met de brief aan de huurders over de jaarlijkse huurverhoging.

Samen zorgen we voor een goede implementatie van deze wetten. BMC werkt als partner graag actief mee om woningcorporaties en gemeenten te ondersteunen bij het behalen van hun doelstellingen. 

Meer weten?

Wilt u meer informatie over dit artikel en/of over hoe BMC u kan ondersteunen? Neem dan contact op Aukje Kooistra of met Henrike Klok, partner BMC Wonen.