12 jul 2024

Bevorder ondernemerschap, als extra impuls voor wijkontwikkeling

Economisch beleid wordt doorgaans op lokaal, regionaal en landelijk niveau gemaakt. Op wijkniveau gebeurt het maar mondjesmaat. Een gemiste kans, zegt Karim Adarghal, managing consultant Fysiek Domein bij BMC. Het stimuleren en faciliteren van ondernemers en ondernemerschap in wijken zorgt niet alleen voor meer banen en stageplekken, het draagt ook bij aan andere maatschappelijke opgaven – met name ook in de twintig stedelijke vernieuwingsgebieden. Denk aan bestaanszekerheid, kansengelijkheid, sociale cohesie, diversiteit, leefbaarheid en vitaliteit. Economisch wijkbeleid vraagt volgens Adarghal wél om maatwerk, door en voor de bewoners.

Wijkbeleid is in Nederland veelal geënt op het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Het programma biedt goede mogelijkheden om op wijkniveau te werken aan minder armoede, meer veiligheid en betere gezondheid. In de praktijk leidt het tot een aanpak waarin de ‘sociale bril’, de ‘ruimtelijke bril’ en de ‘veiligheidsbril’ dominant zijn. Bij werk wordt bijvoorbeeld primair gedacht en gehandeld vanuit het sociaal domein: hoe krijgen we mensen vanuit de bijstand, WIA en WW weer aan het werk? Hoe kunnen we bewoners het beste individueel begeleiden? Er wordt vaak geen verbinding gelegd met de kansen die de wijk waarin mensen wonen als geheel biedt. Dat is doodzonde, want werk en wijkeconomie zijn per definitie nauw verbonden en kunnen elkaar flink versterken.

 

Op zoek naar nieuwe balans

In de loop der jaren zijn veel bedrijven uit de wijken verdwenen. Ze zijn weggeorganiseerd, verbannen naar anonieme bedrijventerreinen. Wijken heten nu niet voor niets ’woonwijken’; het ondernemerschap dat er nog is, beperkt zich tot winkels, horeca en persoonlijke dienstverlening zoals kappers en nagelsalons. Met het verdwijnen van het zichtbare ondernemerschap zijn we gaandeweg iets belangrijks verloren. Zoals voorbeeldgedrag en herkenbaarheid. Komen er weer meer bedrijven in de wijk, dan biedt dit een mooi, nieuw perspectief. Het versterkt voor iedereen de boodschap – recht voor hun ogen – dat werken normaal is en dat ondernemerschap loont.
 

Drempels verlagen

De aanwezigheid van ondernemers in de wijk verlaagt drempels. De afstand naar werk en naar bedrijven wordt direct minder groot. Jong talent ziet sneller en eerder kansen voor zichzelf. Voor gemeenten is het daarom zaak om een nieuwe balans vinden, om meer in te zetten op bedrijvigheid in de wijk. Die bedrijvigheid kan veelsoortig zijn. Variërend van kledingreparateurs, loodgieters, fietsenwinkels, taartenbakkers, aannemers en meubelmakers tot kleine drukkerijen, garages en schoonmaakbedrijven.

 

De juiste vragen stellen, aan meerdere knoppen draaien

Zodra een gemeente ook met een economische bril naar een wijk gaat kijken, ontstaan er extra kansen om de wijk fundamenteel sterker te maken. Maar hoe doe je dat als gemeente? Hoe maak je de slag van generiek stedelijk economisch beleid naar wijkgericht beleid? Dat begint met het stellen van de juiste vragen bij iedere beleidsbeslissing. Is het wel zo verstandig om bedrijfsruimten telkens om te zetten naar woningen? Komen wonen en werken bij alles wat we doen meer in balans? Ofwel: mengen we waar het kan en scheiden we waar het moet? We kunnen ook op wijkniveau functies veel meer mengen dan voorheen vanwege de ontwikkeling die het midden- en kleinbedrijf heeft doorgemaakt. Door innovaties is alles schoner geworden, met minder geluidshinder. Naast deze noodzakelijke afwegingen kunnen gemeenten aan meerdere knoppen draaien om bedrijvigheid en ondernemerschap in wijken te bevorderen.

 

Knop I: Breng dienstverlening dichter bij ondernemers

Gemeenten kunnen ondernemerschap op wijkniveau stimuleren door de dienstverlening dichterbij te brengen. De afstand naar het stadhuis is voor ondernemers vaak groot. Die afstand is te verkleinen door te zorgen voor gerichte dienstverlening aan ondernemers uit de wijken. Hierbij gaat het om een fysieke locatie waar niet alleen partijen zoals de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst zitten, maar waar ondernemers ook terecht kunnen met vragen over bijvoorbeeld vergunningen en belastingaangiften. Plekken waar ze ook coaching kunnen krijgen of advies over de professionalisering van hun marketing. Goed voorbeeld van een locatie waar dit allemaal te vinden is het Ondernemersportaal in Den Haag. In Den Haag zijn er daarnaast ook bedrijfscontactfunctionarissen die hun aandacht specifiek richten op wijken in Den Haag zoals Zuidwest (NPLV-gebied), Schilderswijk en Transvaal.

 

Knop II: Faciliteer werkgeversinitiatieven, zoals banenmarkten, bedrijfsdagen

Gemeenten kunnen ondernemerschap ook bevorderen door specifieke werkgeversinitiatieven te faciliteren. Bedrijven hebben vaak banen en stageplekken in de aanbieding. Jong talent is – al dan niet bewust – altijd op zoek naar kansen. Door bijvoorbeeld Banenmarkten en Talentmarkten te ondersteunen, kunnen gemeenten vraag en antwoord dichter bij elkaar helpen brengen. Het effect van deze ontmoeting is vaak groter dan louter banen en stageplekken. Mensen zien direct ook meer kansen om zelf aan de slag te gaan of om zelf ondernemer te worden. Zo kan het bevorderen van ondernemerschap meteen ook zorgen voor meer kansengelijkheid. Het bevorderen van bedrijvigheid kan ook gelijk oplopen met de sociaal-maatschappelijke opgaven in de wijk. Waarom krijgen ondernemers uit de wijk bijvoorbeeld geen grote rol bij de verduurzamingsopgave in de wijk?

Goed voorbeeld van het faciliteren van werkgeversinitiatieven is de banenmarkt in Zaandam- Poelenburg. Deze markt koppelt inmiddels al meerdere jaren werkgevers en werkzoekenden uit dezelfde wijk aan elkaar. Dankzij het event hebben vele tientallen mensen uit de directe omgeving werk gevonden. Een ander voorbeeld is Applied Medical in Amersfoort. Dit bedrijf heeft een distributiecentrum geopend aan de rand van een woonwijk en zich vervolgens via een ‘bedrijfsdag’ opengesteld voor de wijk. Met succes: meerdere mensen uit de wijk vonden er een baan als IT’er, schoonmaker of beveiliger.

 

Knop III: Creëer fysieke ruimten, zoals bedrijfsverzamelgebouwen en projecthuizen

Ondernemerschap heeft ruimte nodig – ook in letterlijke zin. Ondernemende wijken hebben behoefte aan betaalbare bedrijfsruimten, met plek voor iedereen die de keukentafel is ontgroeid. Daarbij gaat het niet alleen om gevestigde ondernemers, maar ook om startende ondernemers, waaronder zzp’ers die nu vaak vanuit huis werken of ‘weggestopt zitten’ in Regus- of Spaces-achtige concepten, zonder echte verbinding met de wijk. Gemeenten kunnen de komst van bedrijfsverzamelgebouwen en kleinschalige bedrijfsruimten faciliteren door in gesprek te gaan met woningbouwcorporaties en andere vastgoedeigenaren. Corporaties zien het versterken van de wijkeconomie niet direct als kerntaak, maar hebben vaak wel goede bedrijfsruimtes en maatschappelijk onroerend goed in de aanbieding die kunnen bijdragen aan de levendigheid en voorzieningenniveau in het gebied. Dat het creëren van fysieke ruimten en bedrijfsverzamelgebouwen goed kan werken, blijkt bijvoorbeeld bij ‘Hart van Moerwijk’ in Den Haag. Woningcorporatie Staedion biedt hier ruimte voor een sociale onderneming (Resto), maar ook voor tal van andere ondernemers zoals een pedicure, kapper, IT-bedrijf en fysiotherapeut. Ook de ‘Eendagszaak’ in Amsterdam, met een pop-upstore waar je tijdelijk kunt proeven aan het ondernemerschap, is een goed voorbeeld.

 

Knop IV: Bevorderen sociale cohesie

Ooit zijn we in Nederland overgestapt op het bouwen van monofunctionele wijken. Wijken met gesloten garageboxen en vaak weinig contact tussen mensen. Meer ondernemerschap kan zorgen dat er weer meer verbinding en sociale cohesie in de wijk komt. Gemeenten kunnen in bredere zin meer en vaker sociaal-maatschappelijke initiatieven omarmen. Of het nu gaat om een kringloopwinkel, repairshops of klusteams die kosteloos of tegen een gereduceerd tarief dingen doen – ook dit soort ‘ondernemendheid’ maakt een wijk sterker en socialer. Gemeenten kunnen dit soort initiatieven bevorderen door bijvoorbeeld te zorgen voor sociale bedrijfsgebouwen.

 

In de eerste aflevering van de BMC-podcastserie 'In De Kaarten', vertellen wijkmanager Ellen ten Voorde, wethouder Willem-Jan Stegeman, Jana van Lamoen van Projecthuis Madiba en programmamanager Marco van Hoek over hun bijdrage aan de Amersfoortse wijkeconomie.

 Beluister hier de aflevering

 

Meer weten?

Ook aan de slag met het bevorderen van ondernemerschap, als extra impuls voor wijkontwikkeling? Neem dan contact op met Karim Adarghal.

 

PUBLICATIE WONEN-EN-WONINGCORPORATIES FYSIEK-DOMEIN GEBIEDSONTWIKKELING WIJKAANPAK RUIMTELIJKE-ECONOMIE

Karim Adarghal managing consultant 06 - 23 07 19 23

Gerelateerde artikelen