12 jul 2021
Rustig op vakantie dankzij de 'VNG-deal'
Akkoord over de stelpost Jeugdzorg vanaf 2023
In de gemeentehuizen waar de verloven deze zomer waren ingetrokken om maatregelen te bedenken om de meerjarenbegroting na 2022 structureel sluitend te maken, kunnen de koffers worden gepakt. Afgelopen vrijdag maakte VNG-directeur Leonard Geluk in zijn weekbericht bekend dat er overeenstemming was bereikt tussen het Rijk, de VNG en het IPO over het opnemen van een stelpost voor de Jeugdzorg voor de jaren 2023 en latere jaren. De omvang van de stelpost waar de gemeenten vanaf 2023 mee mogen rekenen bedraagt afgerond een miljard euro. Dat lijkt voor de meeste gemeenten voldoende om voor de komende jaren een structureel sluitende meerjarenbegroting te presenteren.
Voor een gemiddelde gemeente van 40.000 inwoners gaat het hierbij om een bedrag van circa € 2 miljoen binnen een bandbreedte van circa € 1,5 tot 2,5 miljoen. Dit is met name afhankelijk van het aantal jongeren binnen een gemeente en de sociale structuur van de gemeente. Overigens hebben de meeste gemeenten al rekening gehouden met een compensatie van € 300 miljoen in hun begroting. Hoewel het nog niet met zoveel woorden is gezegd, lijkt het erop dat de nieuwe toegestane stelpost in de plaats komt van de eerder toegestane stelpost. In dat geval bedraagt het netto effect voor een gemeente van 40.000 inwoners circa € 1,4 miljoen binnen een bandbreedte van € 1 miljoen tot € 1,8 miljoen.
Eerder waren er al concrete toezeggingen voor 2022
Kort na het verschijnen van de meicirculaire, begin juni, heeft het Kabinet bekendgemaakt dat gemeenten voor 2022 een extra rijksbijdrage van €1,3 miljard tegemoet kunnen zien. Deze bijdrage is bedoeld om de gemeenten te compenseren voor de tekorten in de jeugdzorg. Eind juni heeft het Rijk de verdeling per gemeente bekend gemaakt. Uit een recent gepubliceerde BMC analyse bleek dat met name de gemeenten in het noorden van het land en in Flevoland verhoudingsgewijs zwaarder meedelen in de extra opbrengst dan gemeenten elders in het land. Dit wordt veroorzaakt doordat de middelen worden verdeeld via het cluster Jeugdhulp binnen de algemene uitkering.
Structurele maatregelen worden overgelaten aan een nieuw kabinet
Een nieuw kabinet zal moeten besluiten over de structurele financiën en noodzakelijke aanpassingen aan het jeugdhulpstelsel om de jeugdzorg in de toekomst effectief en beheersbaar te houden. Uit een vorige maand uitgevoerde analyse blijkt dat ongeveer 40% van de onderzochte gemeenten in hun kadernota’s of perspectiefnota’s nog geen zicht konden bieden op een structureel sluitende meerjarenbegroting. De grote vraag was nu of de toezichthouders, gelet op alle onzekerheden, de gemeenten zouden toestaan om wat optimistischer te mogen zijn in hun veronderstellingen ten aanzien van de toekomstige compensatie van het Rijk. De minister had al aangegeven met VNG en IPO in gesprek te willen blijven over het toezicht op de begroting 2022. Daarvan zijn nu de eerste resultaten bekend gemaakt.
Stelposten gelden in de regel niet als adequate dekking
De provinciale toezichthouders beoordelen of een gemeentebegroting structureel (lasten die jaarlijks terugkeren worden gedekt door baten die jaarlijks terugkeren) en reëel (voldoende onderbouwd met concrete maatregelen) sluitend is. Het opnemen van een algemene stelpost is in de regel niet voldoende. Daarvoor wordt nu (wederom) een uitzondering gemaakt. Twee jaar geleden toen er incidentele middelen beschikbaar zijn gesteld voor de compensatie van de Jeugdzorg (€ 300 miljoen per jaar), mochten gemeenten in hun begroting ervan uitgaan dat deze compensatie op termijn (na 2022) een structureel vervolg zou krijgen. In aanvulling hierop mogen de gemeenten dus een extra stelpost opnemen.
De omvang van de stelpost: 75% van het basisbedrag
Begin juni heeft de commissie van Wijzen een uitspraak gedaan over een eventuele compensatie van de tekorten in de Jeugdzorg. De omvang van de stelpost is gebaseerd op 75% van het bedrag dat in dat rapport is genoemd. We hebben de getallen in onderstaande tabel uiteengezet.
Mooi bericht, maar wel met kanttekeningen
Rust in de begrotingsvoorbereiding
Deze uitspraak zorgt voor de nodige rust in de begrotingsvoorbereiding. Gemeenten maken zich op voor de laatste begroting in deze raadsperiode en zullen ook een solide basis willen achterlaten voor de nieuw aan te treden gemeenteraden en colleges.
De uitkomsten van de kabinetsformatie moeten worden afgewacht
Of de stelpost ook daadwerkelijk omgezet kan worden in een echte compensatie zal moeten blijken bij de kabinetsformatie. Als bij de kabinetsformatie onverhoopt het bedrag lager uitvalt staan gemeenten alsnog voor de opgave om voor het dan ontstane financiële verschil maatregelen te treffen. Het feit dat het Rijk betrokken is bij deze constructie wekt in ieder geval verwachtingen voor de uitkomsten van de komende kabinetsformatie.
Een aantal maatregelen moet zich nog financieel uitkristalliseren
De stelpost is gebaseerd op het rapport van de arbitragecommissie. Het rapport benoemd een aantal maatregelen die gemeenten moeten gaan doorvoeren. Een aantal van deze maatregelen is al financieel doorgerekend. Een aantal andere maatregelen moet nog financieel worden doorgerekend. Dat kan de uitkomst van de definitieve compensatie beïnvloeden.
Het echte probleem ligt net na de huidige meerjarenperiode
De omvang van de compensatie tot en met 2025 vertoont een redelijk stabiel beeld. Omdat er vanaf 2026 rekening wordt gehouden met een veel hoger financieel effect van de maatregelen die gemeenten moeten doorvoeren, valt de compensatie lager uit. Gemeenten die voor het volledige bedrag van de stelpost structurele uitgaven in de begroting opnemen, lopen het risico volgend jaar opnieuw te moeten gaan bezuinigen.
Een deel van de gemeenten heeft al rekening gehouden met extra rijksbijdrage
Tijdens een door BMC georganiseerd webinar op 24 juni zijn de resultaten gepresenteerd van een analyse van de kadernota’s van circa 70 gemeenten. Daaruit bleek dat bijna een kwart van de onderzochte gemeenten in hun kadernota’s rekening houdt met extra rijksmiddelen. Voor deze gemeenten heeft de huidige beleidslijn een geringe impact.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze adviseurs Erwin Ormel en Siemen Fuite.