7 okt 2021
Regio Zaanstreek-Waterland brengt zorg- en veiligheidsdomein nader tot elkaar
'Gezinnen en kinderen weer op de eerste plek zetten, daar doen we dit voor'
Hoe verbeter je de regionale en lokale samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein, zodat inwoners passende, snelle en betere hulp krijgen? Onder de noemer ‘Allen voor één’ gingen de acht gemeenten van de regio Zaanstreek-Waterland en hun samenwerkingspartners hier samen mee aan de slag. Hoe hebben de trekkers van het project – wethouder Songül Mutluer, burgemeester Lieke Sievers en extern adviseur en projectleider Patricia Mulder – dit ervaren? En hebben zij tips voor andere gemeenten?
Dat Songül Mutluer (wethouder gemeente Zaanstad), Lieke Sievers (burgemeester gemeente Edam-Volendam) en Patricia Mulder (extern adviseur/projectleider namens BMC) intensief hebben samengewerkt, is meteen merkbaar tijdens het gesprek. Ze vullen elkaar aan, maken elkaars zinnen af en hebben een grote passie voor ‘Allen voor één’. En dat is ook niet zo raar: als trekkers hebben ze er veel tijd en energie ingestoken om van het project een succes te maken.
Het resultaat mag er zijn: alle betrokken organisaties vinden dat ‘Allen voor één’ ervoor heeft gezorgd dat het belang van inwoners en cliënten op het gebied van zorg en veiligheid weer voorop staat. Dat er geen eilandenrijkjes meer zijn en dat schotten tussen teams, afdelingen en organisaties zijn verdwenen. Bovendien willen de VNG en het ministerie van VWS de opgedane ervaringen landelijk delen. Interessant om te weten is dan ook: hoe hebben Mutluer, Sievers en Mulder ‘Allen voor één’ ervaren’? En hebben ze tips waar andere gemeenten hun voordeel mee kunnen doen?
Eerlijk zijn en jezelf kwetsbaar durven opstellen
Songül Mutluer: ‘We zijn met “Allen voor één” begonnen, omdat het zorg- en veiligheidsdomein
binnen de regio Zaanstreek-Waterland te weinig samenwerkte.
In de praktijk werkten de domeinen naast elkaar in plaats van met elkaar, waardoor het leveren van effectieve en snelle hulp aan inwoners en hun gezinnen – ondanks alle goede bedoelingen – enorm ingewikkeld bleek. Met het project sloegen alle acht gemeenten én alle betrokken partijen op het gebied van zorg en veiligheid – de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming,
Reclassering Nederland, Veilig Thuis en de zorginstanties – de handen ineen.’
Lieke Sievers: ‘Ons motto is: één gezin, één plan, één regisseur.
Zo willen we ervoor zorgen dat onze inwoners passende, snelle en betere hulp krijgen. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vaak is het ook één stap vooruit en twee stappen terug. Wat ons als trekkers van het project heeft geholpen, is dat we altijd de inhoud voorop stellen en de stip op de horizon niet uit het oog verliezen. Ook voelen we elkaar goed aan en zijn we eerlijk naar elkaar.’
Patricia Mulder: ‘Die eerlijkheid is heel belangrijk voor het succes.
We durven te zeggen waar het op staat. Daarnaast durft iedereen – niet alleen wij –zich kwetsbaar op te stellen. Dat gebeurde al meteen bij het maken van de “startfoto’s” aan het begin van het project. Hiermee maakten we een analyse van de stand van zaken bij álle betrokken partijen – een soort nulmeting. Daarbij ging iedereen met de billen bloot, niet in het minst omdat pijnlijk duidelijk werd dat er van verbinding en samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein nauwelijks sprake was.
Dat was behoorlijk slikken. Maar daarna zetten we er gezamenlijk de schouders onder en gingen we ervoor.’
Cultuuromslag en gedragsverandering
Sievers: ‘Voor mij draait “Allen voor één” om een cultuuromslag, om het bereiken van gedragsverandering. Bij iedereen! Niet alleen bij de ambtelijke organisaties en onze samenwerkingspartners, maar ook op bestuurlijk niveau. Daarin hebben we grote stappen in gezet. Maar we zijn er nog niet. Daarom moeten we blijven werken aan de cultuurverandering, aan de integrale samenwerking, aan het op de eerste plek zetten van onze inwoners.
We moeten er kortom voor zorgen dat het beklijft.’
Mutluer: ‘Er zijn zeker grote stappen gezet. Veel gemeenten hebben wijzigingen doorgevoerd in hun werkwijze. Zo wordt er nu veel meer samengewerkt: binnen gemeenten, tussen gemeenten en met onze samenwerkingspartners. Er wordt ook meer informatie gedeeld, zodat we met z’n allen meer weten over de zorgvraag van de inwoner en passende en betere hulp kunnen bieden. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in het leren spreken van een ‘gemeenschappelijke taal’.
Verder is er nu sprake van intensief overleg op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Als verantwoordelijk wethouders en burgemeesters werken we bijvoorbeeld veel intensiever samen op het gebied van Veilig Thuis, het Zorg- en Veiligheidshuis, de jeugdbeschermingsketen en personen met verward gedrag. Dat lijken misschien kleine stappen, maar is een prestatie van formaat. Vooral omdat we dit binnen zo’n kort tijdsbestek – in slechts twee jaar tijd! – hebben weten te bereiken. Daarvoor zijn we ook veel dank verschuldigd aan Patricia. Die ging soms door muren heen om resultaat te bereiken.’
Mulder: ‘Als extern adviseur heb je ook een soort luxepositie.
Je kunt makkelijker dingen zeggen om het gesprek open te breken, omdat je toch niet van een van de betrokken organisaties “bent”. Tegelijkertijd heb ik, toen ik aan deze opdracht begon, nadrukkelijk gezegd dat ik geen team van externen om me heen wilde. Ik wilde het gaan doen met interne mensen, zodat het project echt van de regio zou worden en de opgedane kennis uiteindelijk ook in de regio zou blijven. Verder heb ik, en dat klinkt misschien simpel, heel veel gepraat.
Met iedereen, van hoog tot laag in alle betrokken organisaties. Soms begon ik zo’n gesprek met de vraag: waarom ben je nu eigenlijk dit werk gaan doen? Wat was je intrinsieke motovatie? Dan kom je altijd weer tot de kern: je doet het werk voor je inwoners, voor gezinnen en kinderen, om hun leven beter te maken. Dat doel, de zorgvraag, weer op één zetten, en niet de regeltjes eromheen, dat is de cultuuromslag waar we met z’n allen enorm hard aan hebben getrokken.’
Sievers: ‘Dat vraagt ook iets van ons als bestuurders. Wij moeten de randvoorwaarden scheppen, zodat de mensen die werkzaam zijn in het zorg- en veiligheidsdomein – de collega’s die met de voeten in de klei staan – de inwoner weer voorop kunnen stellen. Dat betekent dat we hen in staat moeten stellen te handelen naar de bedoeling. Daarmee bedoel ik dat de systemen en protocollen niet leidend moeten zijn. Die zijn er om het doel te bereiken. Soms moet je dan een creatieve oplossing bedenken, over de belemmeringen heen. Daar zijn we met z’n allen behoorlijk goed in geworden.’
Lef, commitment en doorzettingsvermogen
Sievers: ‘Een tip voor gemeenten die hiermee ook aan de slag willen, is dat je trekkers nodig hebt die er vol voor willen gaan. Dat zit bij ons alle drie wel goed; we noemden onszelf ook wel eens de drie musketiers. Maar dan nog was en is het heel hard werken.’
Mulder: ‘Ik zou aanvankelijk ook maar één jaar blijven, maar het project heeft me zo gegrepen dat ik een jaar langer ben gebleven. Ik ben hulpverlener van origine, dus ik herkende ook heel veel. En ik wilde het gewoon afmaken. BMC heeft mij daarin ook alle vrijheid gegeven en er ook in geïnvesteerd, omdat ook zij de kracht van “Allen voor één” zagen. Heel bijzonder.’
Mutluer: ‘Wat ik gemeenten wil meegeven, is dat het ook gaat om lef, commitment en doorzettingsvermogen. Wil je het zorg- en veiligheidsdomein nader tot elkaar brengen, dan is het een zaak van lange adem omdat je een cultuurverandering teweeg moet brengen. Daarbij hoort ook dat je begrip moet tonen voor elkaars belang, en dat ook moet durven uitspreken. Vandaaruit kun je dan weer verder bouwen.’
Mulder: ‘Nog een tip: er is geen blauwdruk. “Allen voor één” is niet te vatten in een standaardprojectplan. Dat komt omdat het om een cultuurverandering gaat. En daarbij hoort automatisch maatwerk. Want de cultuur in Noord-Holland is totaal anders dan in Zuid-Limburg of Groningen.’
Mutluer: ‘Verder moet je ook gewoon praktisch zijn. Voor onszelf is het bijvoorbeeld goed om ons te realiseren dat er binnenkort weer gemeenteraadsverkiezingen zijn. Dan krijg je ook weer een nieuwe dynamiek in het politieke landschap. Dat roept bij mij het besef op dat we het principe en de uitgangspunten van “Allen voor één” misschien nog in een akkoord moeten vastleggen en dit door de de betrokken gemeenteraden en colleges van BenW moeten laten accorderen. Zodat we ook op dat vlak de samenwerking écht bestendigen.’
Sievers: ‘Tot slot, en dat klinkt misschien simpel: verlies niet je doelgroep uit het oog. Gezinnen en kinderen, daar doen we dit voor. Ik ben er heilig van overtuigd dat iedereen in het zorg- en veiligheidsveld het hart op de juiste plek heeft. Maar dat de beperkingen van het systeem ervoor zorgen dat mensen dit uit het oog verliezen. Daarom doe ik ook een appèl aan alle organisaties die hier tegenaan lopen: geef je professionals de ruimte om meer te kunnen doen. Creëer een veilige werkomgeving, waardoor zij de inwoner op de eerste plek kunnen zetten.’
Meer weten?
Wilt u meer informatie over ‘Allen voor één’? Lees dan ook eens het artikel 'Betere samenwerking zorg en welzijn regio Zaanstreek-Waterland', dat eerder over dit project verscheen op onze website. Wilt u sparren over hoe u kunt zorgen voor een betere samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein of doorpraten over hoe ‘Allen voor één’ bij uw organisatie zou passen? Neem voor meer informatie of een vrijblijvende afspraak contact op met Eelke Brouwer.