2 okt 2023
Krappe arbeidsmarkt vraagt om andere omgang met nieuwkomers
De krapte op de arbeidsmarkt neemt al jaren toe. Personeelstekorten hebben gevolgen voor alle sectoren en zijn voorlopig nog niet opgelost. Tegelijkertijd staan veel nieuwkomers in Nederland aan de zijlijn, ziet BMC-adviseur Bert Peterse. ‘Mensen die wél willen werken. De problemen op de arbeidsmarkt zijn zo urgent dat we dat onbenutte arbeidspotentieel beter moeten benutten.’
Arbeidsmigrant, asielzoeker of statushouder?
Door de grote tekorten op de arbeidsmarkt hebben we iedereen nodig die wil werken. ‘Maar de Nederlandse regelgeving maakt het lastig om nieuwkomers ook daadwerkelijk aan een baan te helpen’, stelt Peterse. ‘Het systeem maakt een hard onderscheid tussen Europese arbeidsmigranten, asielzoekers en statushouders. Europese arbeidsmigranten mogen zonder werkvergunning in een ander Europees land werken. Asielzoekers zonder verblijfsvergunning mogen vanuit het asielzoekerscentrum (azc) aan het werk, maar pas 6 maanden na hun asielaanvraag en daarna voor maximaal 24 weken. Bovendien hebben zij wel een werkvergunning nodig.’
Eerst huis, dan inburgering
Als statushouder, een asielzoeker met verblijfsstatus, mag je in principe zonder beperkingen aan het werk. Peterse ziet dat de praktijk weerbarstig is. ‘Statushouders worden toegewezen aan een gemeente, die vervolgens voor huisvesting en inburgering moet zorgen. Door het woningtekort wonen statushouders vaak nog langere tijd in een azc. De inburgering, inclusief zoektocht naar werk, komt vaak pas op gang als mensen eenmaal een eigen huis hebben. Alles is daarop gericht: settle first.’ Die op handen zijnde verhuizing van azc naar toegewezen gemeente maakt het aannemen van statushouders ook onaantrekkelijk voor werkgever. ‘Weinig bedrijven zullen willen investeren in iemand die mogelijk binnen een paar maanden weer vertrekt. Bijkomend probleem is dat azc’s vaak afgelegen legen of in gebieden zitten waar minder werk is. Het gaat om het organiseren van nabijheid: kleinschaligere opvang in meer gemeenten kan de stap naar werk eenvoudiger maken en inburgering eerder laten beginnen.’
Werk belangrijk voor bestaanszekerheid
Dat het ook anders kan, laat de Nederlandse omgang met Oekraïense ontheemden zien. ‘Na de Russische inval in Oekraïne werd een Europese regeling van kracht waardoor Oekraïners toegang kregen tot werk, opvang en onderwijs. In Nederland is alles op alles gezet om deze groep zo snel mogelijk te laten werken.’ Deze work first-aanpak was nieuw en zeer succesvol. ‘Werk is heel belangrijk’, vertelt Peterse. ‘Mensen ontwikkelen een gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen en acceptatie. Ze leren hoe de samenleving in elkaar zit en hebben een dagritme. Ook is werk heel belangrijk voor bestaanszekerheid: meedoen in de samenleving en regie pakken over je eigen leven.’
Onderdeel van de samenleving
Niet alleen nieuwkomers zelf hebben er baat bij om snel aan de slag te gaan. Peterse ziet ook voordelen voor gemeenten en de samenleving als geheel. ‘Mensen voelen zich onderdeel van de Nederlandse samenleving omdat ze er actief aan bijdragen. Ze komen via hun werk in aanraking met Nederlanders, waardoor ze sneller integreren. Bovendien profiteren gemeenten als statushouders geen beroep meer hoeven te doen op een uitkering.’
Weg van het groepsdenken
‘Het hele inburgeringssysteem is ingericht vanuit groepsdenken’, stelt Peterse. ‘Mensen worden bij binnenkomst in een hokje geplaatst en krijgen bepaalde rechten wel of niet. Daar moeten we vanaf. Migranten krijgen grotendeels met dezelfde uitdagingen te maken, ongeacht hun verblijfsstatus: het vinden van woonruimte, het leren van de taal, ontdekken hoe de samenleving is ingericht, uitzoeken hoe onderwijs en gezondheidszorg geregeld zijn. Maar de manier waarop we met deze groepen omgaan verschilt enorm.’
BMC-adviseur Rob van Hilten wijst hierbij op arbeidsmigranten: ‘In 2022 kwamen er 200.000 arbeidsmigranten naar Nederland. Zij worden vaak door werkgevers hierheen gehaald en blijven veelal buiten het zicht van de overheid. Terwijl het verreweg de grootste groep nieuwkomers is. Een groep bovendien waar problemen rond uitbuiting, leefbaarheid en huisvesting op de loer liggen.’ Tegelijk ziet hij dat bijvoorbeeld voor expats, hoogopgeleide nieuwkomers, allerlei websites en gunstige regelingen worden ingericht, terwijl zij er zelf vaak ook wel komen. Voor andere groepen laten we juist te veel kansen liggen. De politieke focus en maatregelen liggen nu vooral rondom asielzoekers. Terwijl je met bredere maatregelen een veel grotere groep kunt helpen.’
Van settle first naar work first
Om die kansen te pakken, is samenwerking nodig. Peterse: ‘Gemeenten moeten samen gaan werken. Als je alleen kijkt wat jij in je eigen gemeente nodig hebt, kijk je te beperkt. Wat jij doet, heeft invloed op je buurman.’ Peterse adviseert om op niveau van de regio te kijken wat nodig is. Welk onbenut arbeidspotentieel is er en welke sectoren kunnen extra mensen gebruiken? ‘Dat gaat niet vanzelf. Maar de problemen op de arbeidsmarkt zijn te groot om deze mensen langs de zijlijn te laten staan. Daarom is het nodig dat je uitzoomt en over grenzen van gemeenten én systemen heen kijkt. De overgang van settle first naar work first is een mooi begin.’
Meer informatie
BMC ondersteunt gemeenten bij vraagstukken rondom de inburgering van nieuwkomers. Wilt u meer weten? Neem dan voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek contact op met Bert Peterse.