11 mei 2020

Uit de dagelijkse coronapraktijk van een BMC’er: Niek Eertink, van wetgeving naar uitvoering in verpleeghuizen

In deze rubriek laten we BMC-medewerkers aan het woord, die ook tijdens deze crisis volop bezig zijn om onze opdrachtgevers te ondersteunen. We hopen met deze veldinterviews mensen binnen en buiten BMC te inspireren door ervaringen met elkaar te delen over onze aanpak van de coronacrisis.

Niek Eertink, van wetgeving naar uitvoering in verpleeghuizen

Foto Niek EertinkNiek Eertink begon dit jaar vol goede moed aan een nieuwe uitdaging voor BMC: Aan de slag als beleidsadviseur kwaliteit bij Stichting Klein Geluk in Apeldoorn en gestart met de implementatie van de Wet Zorg en Dwang bij de 10 locaties van deze zorgaanbieder. Deze opdracht leek een kolfje naar zijn hand, want Niek vindt het leuk om te werken aan projecten die raken aan de inhoud en kwaliteit van zorg en het (nog) beter organiseren daarvan.

De nieuwe wet is ingegaan op 1 januari en 2020 geldt als overgangsjaar. Het uitgangspunt ervan is ‘Nee, tenzij’: In principe mag er geen onvrijwillige zorg worden toegepast. Denk aan het toedienen van gedwongen medicatie, afsluiten van deuren, tot zelfs het aanbrengen van een bedhekje. Dit mag niet, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving. Een mooie klus.

Beleidsadviseur in crisistijd?

En toen brak de coronacrisis uit. Lockdown voor de verpleeghuislocaties voor mensen met fysieke en cognitieve beperkingen en heel veel zorgbehoefte. Er moesten ingewikkelde afwegingen gemaakt worden voor de ruim 1100 cliënten, 900 medewerkers (500 fte) en 500 vrijwilligers. Er werd een multidisciplinair team ingesteld, met deels specialisten die betrokken zijn bij de cliënten en daarnaast professionals voor de medewerkers en vrijwilligers van de organisatie. Niek werd toegevoegd aan het ‘crisisteam’ en zijn inzet ging omhoog van 24 uur naar een volle werkweek.

Aanvankelijk werd Niek aangesteld als ondersteuner van het crisisteam. Hij zorgde voor de agenda, een heldere besluitenlijst en de juiste opvolging. Al snel werd zijn meerwaarde herkend en sindsdien is hij heel druk met het vertalen van de landelijke richtlijnen van het RIVM naar heldere afspraken, protocollen en werkinstructies. Niek is erg blij met deze inhoudelijke kant – in het verlengde van zijn oorspronkelijke opdracht – en het feit dat hij op deze manier zijn steentje kan bijdragen.

De organisatie op zijn kop

Terugkijkend op de eerste weken evalueert Niek: “Ik merkte weer hoe belangrijk het is om je te realiseren dat de zorgmedewerkers echt precies weten wat ze moeten doen. Zij kennen de cliënten en werkzaamheden het best. In tijden van crisis heb je als organisatie misschien de neiging om je directief op te stellen, maar dat werkt alleen als het gaat over randvoorwaarden, zoals hulpmiddelen, beschermingsmaterialen en instructies. De taakverdeling moet helder zijn: De organisatie zorgt dat alle randvoorwaarden en hulpmiddelen op orde zijn, want zo help je zorgmedewerkers om de zorg aan cliënten op een goede en veilige manier te verlenen.

Samen gingen we in gesprek en op zoek naar de beste oplossingen. Niet alle locaties bleven ‘schoon’ (vrij van corona), maar iedereen droeg zijn of haar steentje bij. Goed om te zien hoe snel iedereen zich de strenge en lastige maatregelen eigen maakte. Ik besef nu – meer nog dan voorheen – dat inzicht in het belang en noodzaak van regels bij de gebruikers het best helpt voor het nauwgezet toepassen van diezelfde regels. Ook handhaving is dan een stuk makkelijker. Mijn rol is nu om alles goed toe te lichten en de afspraken te borgen. En dat lijkt te lukken.”

Hij vat nog even samen wat de belangrijkste taken zijn van een beleidsadviseur, ook voor een toekomst na de crisis: “Niet in de weg lopen van zorgprofessionals, keuzes en doelen goed overleggen en toelichten en afspraken borgen. In de zorg draait het uiteindelijk altijd om goede zorg voor de cliënt. Als beleidsadviseur werk je steeds ter ondersteuning van die primaire taak.”

Nog even over de digitalisering

Het nut en toepasbaarheid van tablets en smartphones heeft zich inmiddels wel bewezen. Niet alleen de cliënten weten ermee om te gaan, voor de zorgmedewerkers zijn de iPads en de Elektronische Cliënten Dossiers niet meer weg te denken. Technisch is het allemaal okay, maar Niek voelt de tekortkomingen: minder contact, je voelt je minder onderdeel van een organisatie en er is veel minder gevoel voor elkaar. Maar het werkt.

VERSLAG ZORG

Gerelateerde artikelen