25 jun 2018
Koloniecentrum ‘Huis van Weldadigheid’: Second opinion ondernemingsplan
door Marco van Vulpen
In Zuidwest-Drenthe ligt een bijzonder verhaal, namelijk dat van de geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid en de Koloniën van Weldadigheid. De plek (Kolonie Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord) waar Johannes van den Bosch als sociaal econoom met carte blanche van Koning Willem I in de 19e eeuw invulling gaf aan een sociaal experiment om de armoede te bestrijden en ‘paupers’ een nieuw perspectief te bieden. Het geheel aan cultuurhistorische kwaliteiten van landschap en gebouwen is genomineerd als UNESCO Werelderfgoed.
Om het verhaal van de Koloniën van Weldadigheid voor een breed publiek te ontsluiten heeft De Maatschappij van Weldadigheid samen met de provincie Drenthe en de gemeente Westerveld het initiatief genomen om een nieuw en attractief bezoekerscentrum te realiseren in het hart van de kolonie Frederiksoord. Daartoe is een inhoudelijk concept ontwikkeld en is voor de verbouwing en inrichting van een bestaand gebouw en omliggend terrein een ontwerp gemaakt. Concept en ontwerp zijn vertaald in een ondernemingsplan Huis van Weldadigheid. Met de realisering van het bezoekerscentrum zijn forse investeringen gemoeid en voor de exploitatieopzet is gerekend met aannames, zowel aan de kostenkant als de batenkant.
Om het realiteitsgehalte van het ondernemingsplan goed te kunnen inschatten en aan de hand daarvan een weloverwogen besluit te kunnen nemen over de verdere ontwikkeling van het bezoekerscentrum heeft het bestuur van de Stichting Maatschappij van Weldadigheid BMC gevraagd een second opinion op te stellen over het ondernemingsplan, met name op de onderdelen:
-
benodigde investeringen;
-
duurzame exploitatie;
-
succesvolle fondsenwerving.
De second opinion is uitgevoerd door Marco van Vulpen, partner Cultuur & Erfgoed bij BMC. Op basis van zijn bevindingen heeft het bestuur een weloverwogen positief besluit kunnen nemen, waarbij ook aangereikte aandachts- en verbeterpunten betrokken worden bij de verdere planontwikkeling en fondswerving.