Jeugdhulp en Wmo-ondersteuning in tijden van corona

Welke invloed hebben coronamaatregelen gehad op de hulp die cliënten vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet ontvingen van de gemeente? BMC onderzocht dit onder een aantal gemeenten. Met de onderzoeksinformatie krijgen de gemeenten meer zicht op een doelgroep die in coronatijd wat onzichtbaar dreigde te worden en kunnen ze beter sturen op hun gemeentelijk Wmo- en jeugdbeleid. 

Ieder jaar voert BMC cliëntervaringsonderzoeken (CEO’s) uit. Voor zestig gemeenten doet ze dit op het gebied van de Wmo en voor veertig op het gebied van jeugdhulp. Ook in 2021 deed BMC dat, alleen dat jaar met een speciaal door BMC ontwikkelde vragenlijst erbij over de effecten van corona op de ervaren hulp vanuit de gemeente in 2020. Meer dan tien gemeenten waarvoor BMC het CEO uitvoert, hebben van deze vragen gebruikgemaakt. In dit artikel presenteren we de uitkomsten van tien gemeenten met hun ervaringen met ondersteuning vanuit de Wmo en acht gemeenten met hun ervaringen vanuit de Jeugdwet. 

Gemeenten hebben hulp zo goed mogelijk op gang gehouden

Net als iedereen kregen ook inwoners die hulp ontvangen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of Jeugdwet, in 2020-2021 te maken met de coronamaatregelen. Geconfronteerd met de gezondheidsrisico’s die het virus met zich meebracht, de RIVM-richtlijnen en collectieve maatregelen, hebben overheden en zorgaanbieders zich ingezet om de reguliere dienstverlening voor Wmo-cliënten en cliënten jeugdhulp zo goed mogelijk op gang te houden. Bijvoorbeeld door als gemeente samen met partijen af te stemmen wat er in periodes van lockdown nog wel mogelijk is, door met actief contact te leggen te voorkomen dat kwetsbaren uit beeld raken en alert te zijn op het risico van overbelaste mantelzorgers. 

Helft jeugdhulp- en kwart Wmo-cliënten ontving minder ondersteuning 

Zowel voor jeugdhulp als Wmo hebben cliënten de vraag gekregen of de hoeveelheid ontvangen ondersteuning in 2020 is veranderd als gevolg van de coronamaatregelen. Zowel bij jeugd als bij Wmo gaf een deel van de respondenten aan door corona minder ondersteuning ontvangen te hebben. Van de jeugdhulprespondenten gaf bijna de helft (47%) aan in 2020 (veel) minder ondersteuning te hebben ontvangen. Bij Wmo-respondenten lag dit percentage lager: hier gaf 22% van de respondenten aan (veel) minder ondersteuning te hebben. 

Minder hulp was een probleem

Een groot deel van de jeugdhulp- en Wmo-cliënten die minder ondersteuning hebben ontvangen, gaf aan dat dit in meer of mindere mate een probleem was geweest. Van de jeugdhulprespondenten gaf 70% aan dat het minder ontvangen van ondersteuning voor de ouder of het kind een probleem is geweest, waarvan 11% dit heeft ervaren als zeer problematisch. Van de Wmo-respondenten gaf 74% aan dat het minder ontvangen van ondersteuning in zekere mate problematisch was, waarvan in 15% van de gevallen zeer problematisch.

Grafische weergave van de problematiek omtrent het minder ontvangen van ondersteuning

Kwaliteit ondersteuning grotendeels onveranderd

Naast het effect van de coronamaatregelen op de hoeveelheid ontvangen ondersteuning, kregen cliënten ook de vraag of de coronamaatregelen effect hadden op de kwaliteit van de ontvangen ondersteuning. Het merendeel van zowel de jeugdhulprespondenten (76%) als de Wmo-respondenten (83%), gaf aan dat de kwaliteit van de ondersteuning niet veranderd was door de coronamaatregelen. Daarentegen gaf 22% van de jeugdhulprespondenten aan dat de kwaliteit van de hulp (een beetje) slechter was geworden. Van de Wmo-respondenten gaf 15% aan dat de coronamaatregelen hadden geleid tot (een beetje) slechtere kwaliteit van de hulp.

Hulpvraag voor ruim een derde van jeugdhulpcliënten veranderd 

De coronamaatregelen hebben, naast effect op de aangeboden hulp, mogelijk ook een effect op de hulpvraag gehad. Soms veranderde bijvoorbeeld de thuissituatie, omdat jongeren in die periode niet naar school konden of omdat ouders vaker thuis waren. Jeugdhulpcliënten kregen de vraag of de hulpvraag als gevolg van de coronacrisis veranderd is. Van de respondenten gaf 64% aan dat de hulpvraag hetzelfde is gebleven. Bij ongeveer een kwart van de respondenten (27%) is de hulpvraag (een beetje) groter geworden. Het overige deel van de respondenten (9%) geeft aan dat de hulpvraag juist (een beetje) kleiner is geworden.

Ruim een derde van de mantelzorgers is meer tijd aan mantelzorg gaan besteden

In de coronavragenlijst voor de Wmo-cliënten staan ook vragen over het effect van de coronamaatregelen op de ontvangen mantelzorg. Van de respondenten geeft 43% aan in 2020 mantelzorg te hebben ontvangen. Van de respondenten die mantelzorg ontvangen, geeft ongeveer de helft (49%) aan dat zij ondanks de coronamaatregelen evenveel mantelzorg heeft ontvangen. Voor de overige 51% is de hoeveelheid ontvangen mantelzorg dus veranderd sinds de coronacrisis. Het merendeel van deze respondenten (35%) heeft als gevolg van de maatregelen (veel) meer ondersteuning ontvangen van de mantelzorger. Mogelijk komt dit doordat de mantelzorger (een deel van) de professionele ondersteuning die in corona minder was, heeft opgevangen. De overige 16% van de respondenten ontving als gevolg van de coronamaatregelen juist (veel) minder hulp. Wat hier mogelijk speelt, is dat het minder mogelijk was om bij familie of vrienden op bezoek te gaan. 

Cliënten zijn tevreden over inspanningen aanbieders en gemeente tijdens coronaperiode  

Uit de antwoorden op de vragen komt naar voren dat jeugdhulp- en Wmo-cliënten door corona gemiddeld minder ondersteuning ontvingen. Ook was de hulp in sommige gevallen van mindere kwaliteit. Toch geeft een groot deel van de respondenten voor zowel de Wmo (71%) als jeugdhulp (75%) aan (heel) tevreden te zijn met de inspanningen van de hulporganisatie om cliënten tijdens de coronaperiode zo goed mogelijk te helpen.

Grafische weergave van de tevredenheid over de inspanningen van de jeugdhulporganisatie

Ook over de inspanningen van de gemeente zijn de jeugdhulp- en Wmo-cliënten over het algemeen redelijk tevreden; 61% van de jeugdhulprespondenten en 58% van de Wmo-respondenten geeft aan (heel) tevreden te zijn over de inspanningen van de gemeente om hen zo goed mogelijk te helpen in de coronaperiode.

Grafische weergave van de tevredenheid over de inspanningen van de gemeente

Informatie uit open vraag

Aan het einde van de vragenlijst konden de cliënten in een open tekstveld opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij in de coronaperiode hebben ontvangen. We zien dat de impact van corona vaak sterk afhankelijk is van het type ondersteuning dat iemand ontvangt. 

We zien een aantal opmerkingen vaker terugkomen. Veel cliënten vertellen dat de ondersteuning in de coronaperiode gelukkig niet zoveel anders was dan daarvoor of dat dit slechts voor korte tijd zo was. Bij anderen is wel naar tijdelijke alternatieve vormen van ondersteuning gezocht, zoals digitaal contact. Regelmatig is hier de teneur dat fysiek contact de voorkeur heeft maar dat, gezien de maatregelen, online contact het hoogst haalbare was. De cliënten hebben vaak ook wel begrip voor de situatie, maar voor sommigen sluit het alternatieve aanbod onvoldoende aan op de vraag. Zij vinden dat het contact minder effect heeft wanneer dit alleen maar online is. Tot slot lezen we regelmatig terug dat cliënten het extra waarderen dat de hulpaanbieder dan wel de gemeente zich inspant om – binnen de mogelijkheden die er zijn – tot een creatieve oplossing te komen. Is deze inspanning er niet, dan is dit vaak een punt van kritiek bij de cliënt. 

Samenvattend, blijkt dat inwoners weliswaar minder ondersteuning ontvingen, maar dat de waardering voor de ondersteuning en de kwaliteit van de ondersteuning vrijwel hetzelfde is gebleven.

De meerwaarde van onderzoek

Met het onderzoek hebben de gemeenten zicht gekregen op doelgroepen die een beetje buiten beeld dreigden te raken in de coronaperiode. Verschillende vormen van dienstverlening – bijvoorbeeld groepstherapieën – kwamen op een lager pitje te staan. Met deze resultaten over de beleving van de dienstverlening in coronatijden hebben gemeenten waardevolle informatie in handen om hun lokale beleid samen met dienstverleners op het van Wmo en jeugdhulp eventueel bij te sturen waar nodig. Het mooie is dat door de gestandaardiseerde vorm van de vragenlijst, er benchmarking mogelijk is. Gemeenten kunnen dus zien hoe zij het doen ten opzichte van het gemiddelde. 

Meer weten over CEO of andere vormen van onderzoek van BMC? Neem gerust contact op met Hinke Stallen via onderstaande gegevens.

Contact

Uw privacy is belangrijk voor ons. BMC gaat zorgvuldig om met uw persoonsgegevens, zie hierover meer in ons privacy statement