14 aug 2023
Thuiszitters lijken geholpen met ruimte die subsidie biedt
Samenwerkingsverbanden onderwijs maken massaal gebruik van de subsidieregeling van het ministerie van Onderwijs om thuiszitters leerbaar en uiteindelijk weer in de klas te krijgen. De ene school zet daarvan een extra intern begeleider in, de andere school regelt een tijdelijk plekje op een zorgboerderij als opmaat naar school. De subsidieregeling biedt ruimte voor scholen en samenwerkingsverbanden om creatieve aanpakken te bedenken en ermee te experimenteren. Van de 150 samenwerkingsverbanden hebben 120 inmiddels een aanvraag gedaan en is het project vanuit OCW weer met een jaar verlengd.
Marc Dullaert, partner bij BMC, en Bart van Kessel, van de organisatie Gedragswerk, zien dat hun adviezen vruchten afwerpen. In opdracht van OCW kwam Dullaert in 2019 met het rapport ‘De kracht om door te zetten’. Dat werd zo goed ontvangen, dat hij samen met Gedragswerk de opdracht kreeg tot een vervolgrapport. Dit resulteerde in 2021 in het rapport ‘De kracht om door te zetten in de praktijk’.
Grootste obstakels
Voor dit rapport maakten Dullaert en Van Kessel een rondgang langs scholen en alle samenwerkingsverbanden om op te halen wat de belemmeringen zijn. De centrale boodschap van dit rapport was dat regelgeving en budgetten rondom leerplicht te rigide zijn ingericht en verlammend werken. ‘We hoorden vaak ‘mag niet’ en ‘kan niet’. Wat we willen mag niet juridisch en het kan financieel niet. Dat waren de grootste obstakels’, aldus Dullaert. ‘En dat doet ook mentaal wat. Als je denkt dat het niet kan of mag, ga je ook geen creatieve oplossingen bedenken.’
Alle adviezen in de twee rapporten, inclusief die voor meer speelruimte op juridisch en financieel gebied voor scholen, werden naadloos overgenomen door de overheid. Zo werd de landelijke subsidieregeling ‘Wel in ontwikkeling’ in het leven geroepen. Betrokken instanties kregen hierdoor meer ruimte om op individueel niveau kinderen te begeleiden. Dullaert: ‘Drempels zijn verlaagd en de geest is zo creatief rekbaar gemaakt.’
Cijfers vertroebeld door corona
De grote deelname van de samenwerkingsverbanden noemen Dullaert en Van Kessel een ‘unicum’ en een ‘schot in de roos’. Het spreekt van urgentie. De cijfers van thuiszittende leerlingen zijn behoorlijk vertroebeld door corona en de nasleep ervan. Meer kinderen zaten tijdens de corona periode - al dan niet gedwongen - thuis en daarna werd naar school gaan voor sommige kinderen moeilijker. Volgens het Nederlands Jeugd Instituut telde Nederland in 2020/2021 3328 thuiszitters. Een jaar ervoor waren dat er 4921. Ouderverenigingen spreken van 15.000 tot 20.000 kinderen die niet naar school gaan om welke reden dan ook.
‘Het enige wat we hard kunnen noemen als het op cijfers aankomt, is het aantal samenwerkingsverbanden dat nu meedoet’, zegt Dullaert. Samen met Van Kessel maakt hij komend schooljaar weer een ronde langs de scholen om goede praktijken op te halen en die te delen. ‘Dan kunnen we ook beter zien wat er is gebeurd in het schooljaar 2022-2023, een niet covid-schooljaar. Eind volgend jaar verwacht ik meer te kunnen zeggen over hoeveel leerlingen zijn geholpen.’
Goede praktijkcasussen
Van Kessel, projectleider bij Gedragswerk en voormalig schooldirecteur in het speciaal onderwijs, hoort van scholen, leerplichtambtenaren en bestuurders dat de ruimte die nu ontstaat, wel werkt. ‘We zijn verschillende regio’s langsgegaan en hebben steeds gevraagd wat er nodig is om stappen te maken. Het kwam er elke keer op neer dat er ruimte nodig is om te bewegen. Er bestaat een soort dwangbuis, en scholen en leerplichtambtenaren houden zich keurig aan de regels, maar daardoor komen er weinig oplossingen wanneer de problematiek complexer wordt.’
Op de plekken waar het al goed gaat, is het onderwijs nauw verbonden met het sociaal domein. Zo hielden Van Kessel en Dullaert in Groningen bijvoorbeeld gezamenlijke sessies met verschillende wethouders, leerplichtambtenaren en schoolbestuurders. Zij kregen geanonimiseerde casussen om zich over te buigen en in een halve dag tijd werden daar oplossingen voor gevonden. ‘Wat opviel, was dat sommige partijen elkaar nog nooit hadden gesproken. Dat was dus al een grote winst’, zeggen Van Kessel en Dullaert.
Samenwerkingsverbanden en scholen zijn volkomen vrij in de keuzes die zij maken om thuiszittende kinderen weer leerbaar te krijgen. Soms wordt het geld gebruikt voor een extra intern of extern begeleider of om meer uren voor de leerplichtambtenaar in te kopen. De verantwoording van de subsidie is achteraf.
Derde ronde langs de velden
Het komende jaar gaan Van Kessel en Dullaert weer op ‘tour’. De rondgang langs de velden heet nu ‘Het kan wel’ en verraadt al het doel: goede praktijken ophalen en delen. Dullaert: ‘We gaan in diverse werkateliers met alle partijen om de tafel. Niet alleen om casussen op te lossen, maar ook om de methodiek te delen en te leren. Want voor velen is het een ‘eyeopener’ geweest, wat met een onorthodoxe aanpak kan worden bereikt. Versterk het netwerk tussen wethouders, leerplichtambtenaren en schoolbestuurders. Dat heeft ook een preventieve werking, omdat er direct wordt geschakeld wanneer uitval dreigt.’
Dullaert hoopt dat preventie van thuiszitten meer aandacht krijgt dan nu. ‘We zijn vooral nog curatief bezig. Bij veel kinderen zie je echter al signalen als ze niet meer elke dag naar school komen. Hoe daarop wordt gereageerd door school, verschilt heel erg. Sommige scholen grijpen snel in, anderen minder. De signalen van schooluitval zijn inmiddels echter genoeglijk bekend. Dus ik hoop dat er ook wordt nagedacht over hoe we kunnen voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten.’
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met onze managing partner en domeindirecteur Jeugd & Onderwijs Tony van der Linden.