4 jun 2020

Meicirculaire 2020: bevriezing van het accres en een incidenteel steunpakket voor gemeenten

Gemeenten profiteren de eerste jaren nog van een hoger accres

Een meicirculaire in bijzondere tijden…

De meicirculaire die vlak voor het Pinksterweekend werd uitgebracht, is er één in bijzondere tijden. Waar normaal gesproken de meicirculaire de basis vormt voor de begrotingsopstelling van het volgende jaar, zorgt de Coronacrisis ervoor dat de financiële perspectieven onzeker zijn.

Een lichtpuntje in donkere tijden: Voor de komende jaren wordt een hogere algemene uitkering voorzien…

Voor de komende jaren wordt een hogere algemene uitkering voorzien. In 2020 stijgt de Algemene Uitkering van ruim € 60 miljoen. In 2021 is dit bedrag verdubbeld tot ongeveer € 120 miljoen en in 2022 tot € 300 miljoen. Voor een gemiddelde gemeente van 40.000 inwoners betekent dit een positief effect  ten opzichte van de september-circulaire van ongeveer € 120.000 in 2020, € 240.000 in 2021, om uiteindelijk uit te komen op € 600.000 in 2022. Omdat ook in deze jaren de rijksuitgaven stijgen, stijgt ook het accres evenredig mee. 

Maar in latere jaren slaat het voordeel om in een nadeel...

In latere jaren zet de stijging niet door. In 2023 stijgt de Algemene Uitkering nog met ruim € 100 miljoen. Deze stijging wordt een jaar later naar verwachting in zijn geheel ingeleverd. In 2024 daalt de Algemene Uitkering met ongeveer hetzelfde bedrag ten opzichte van de stand in september. Het rijk verwacht op de middellange termijn de zorguitgaven te kunnen verlagen. Dat werkt door in het accres van latere jaren. 

Meer stabiliteit voor gemeenten: bevriezing van het accres voor de jaren 2020 en 2021…

De septembercirculaire zal voor wat het accres betreft weinig roet in het eten gooien voor het begrotingsproces voor 2021. Rijk en VNG hebben namelijk afgesproken om de ontwikkeling van het gemeentefonds voor de jaren 2020 en 201 te bevriezen per de stand van de meicirculaire. Op deze manier kunnen de schommelingen enigszins worden gedempt. Voor latere jaren geldt deze bevriezing niet. Dat wordt overgelaten aan een nieuw kabinet. Momenteel vindt een evaluatie plaats van de normeringssystematiek. De evaluatie zal naar verwachting in het najaar worden gepubliceerd. 

Niet gedeclareerde BTW: Ook een bevriezing van het plafond voor de komende jaren

Gemeenten kunnen de BTW die ze moeten betalen declareren bij het Rijk (het BTW-compensatiefonds). Dit fonds kent echter een plafond. Declareren de gezamenlijke gemeenten méér dan er in het BTW-compensatiefonds beschikbaar is, dan moet het Gemeentefonds bijpassen. Blijft er geld over in het BTW-compensatiefonds, dan vloeit dit terug naar het Gemeentefonds. Omdat de ontwikkeling van de plafond gekoppeld is aan de groei van de Algemene Uitkering, wordt ook dit plafond voor de komende jaren bevroren. De afrekening over 2019 valt € 32 miljoen hoger uit dan in september werd voorzien. 

Een verlaging ten behoeve van de integratie-uitkering Voogdij/18+

Om de integratie-uitkering Voogdij/18+ op het afgesproken niveau te houden, vindt er een verlaging van de algemene uitkering van 18 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan het budget voor de betreffende integratie-uitkering. 

En er komen op dit moment geen structurele middelen beschikbaar voor de Jeugdzorg...

In de meicirculaire van vorig jaar had het Rijk voor de periode 2019 tot en met 2021 € 1 miljard incidenteel beschikbaar gesteld voor de Jeugdzorg. Voor 2019 konden de gezamenlijke gemeenten € 400 miljoen tegemoet zien en voor de jaren 2020 en 2021 ieder jaar een bedrag van € 300 miljoen. Voor de gemeenten die hun hoop hadden gevestigd op het structureel doortrekken van deze bijdrage naar 2022 en latere jaren en daar al mee hadden gerekend, moeten worden teleurgesteld.  In deze circulaire wordt nog geen zicht geboden op structureel extra middelen voor de periode na 2021. 

Recapitulatie algemene uitkering 

Recapitulerend ziet de ontwikkeling van de algemene uitkering ziet er als volgt uit:

Decentralisatie- en integratieuitkeringen

Naast de algemene uitkering kent het gemeentefonds ook nog de zgn. “integratie- en decentralisatieuitkeringen”. Dit zijn uitkeringen die (nog) niet via de reguliere verdeelmaatstaven aan de gemeenten worden toegekend. Per saldo is hier een bedrag van ongeveer € 5 miljard mee gemoeid. 

Verschuiving van de WMO naar de Wet Langdurige Zorg

De diverse onderdelen worden gecorrigeerd voor de loon- en prijsbijstelling 2020. De grootste mutatie vormt de daling van € 495 miljoen vanwege de opstelling van de Wet Langdurige Zorg voor mensen met een psychische stoornis. Naar verwachting zullen 8.500 cliënten met een psychische stoornis een WLZ-indicatie krijgen. Vanaf 2021 krijgen zij dan zorg vanuit de WLZ, in plaats van de WMO.

Overige bijstellingen

In 2020 wordt een bedrag van 35 miljoen toegevoegd voor 35 centrumgemeenten in de arbeidsmarktregio’s in het kader van Perspectief of Werk. Perspectief op Werk is naast een extra impuls ook een leertraject om vanuit de praktijk te bezien hoe de bemiddeling van deze groep verbeterd kan worden. Daarvoor wordt per arbeidsmarktregio in 2020 een tweede (en laatste) impulsfinanciering van 1 miljoen ontvangen.

Compensatiepakket Coronacrisis mede-overheden

€ 566 miljoen voor de gemeenten
Het kabinet heeft een steunpakket aangekondigd voor de gemeenten van € 566 miljoen voor 2020 in de vorm van één of meerdere  decentralisatie-uitkeringen voor de periode van 1 maart tot 1 juni. Dat betekent dat dit bedrag specifiek verdeeld wordt over de gemeenten (en niet via de gangbare de meer algemene verdeelmaatstaven). Deze inkomsten zijn nog niet zichtbaar in deze circulaire. Er wordt nog gesproken over de verdeling naar gemeenten, deze wordt voorafgaande aan de septembercirculaire gepresenteerd en daarin opgenomen en dan verwerkt in de voorschotbetalingen. Hieronder worden de onderdelen van het pakket nader toegelicht. 

Derving Toeristenbelasting en Parkeerbelasting
Gemeenten ontvangen via een decentralisatie-uitkering voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 compensatie voor de geleden derving van toeristen- en parkeerbelasting als gevolg van de coronamaatregelen. Hiermee is een bedrag van € 225 miljoen gemoeid, waarvan € 100 miljoen voor de toeristenbelasting en € 125 miljoen voor gederfde parkeerinkomsten op grond van de geraamde gederfde inkomsten in deze periode.


De Nederlandse gemeenten verwachten in 2020 voor een bedrag van ongeveer € 1,1 miljard te ontvangen aan parkeerbelastingen of parkeer-heffingen. Dit is echter niet voor iedere gemeente gelijk, zoals bijgaand overzicht laat zien. Een groot deel van de gemeenten kent nauwelijks parkeer-opbrengsten. 


 


Het zelfde beeld geldt ook voor de opbrengst van ongeveer € 400 miljoen die de Nederlandse gemeenten dachten te ontvangen uit de toeristenbelasting. Ook die opbrengst geeft een wisselend beeld tussen gemeenten.

 



Compensatie voor Jeugd en WMO 
Het Rijk heeft met gemeenten afspraken gemaakt over compensatie van de directe meerkosten voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015 die voortkomen uit de coronamaatregelen en het volgen van de RIVM-richtlijnen. Daarnaast zijn Rijk en gemeenten in gesprek over de extra uitgaven over het geheel van 2020 voor zover die gerelateerd kunnen worden aan een evident uitstel van noodzakelijke zorg. De nadere uitwerking van deze afspraken leidt voor nu tot een voorschot voor gemeenten van € 144 miljoen voor de meerkosten en inhaalzorg. Gemeenten ontvangen voor de periode medio maart tot 1 juli € 23 miljoen in verband met hun coördinerende taak in het organiseren van noodopvang voor kinderen van wie één of beide ouders een cruciaal beroep hebben. Over de wijze waarop de middelen beschikbaar worden gesteld vindt momenteel nader overleg met gemeenten.

Wegvallen van opbrengsten voor de Sociale Werkbedrijven
Als gevolg van het coronavirus zijn de Sociale Werkbedrijven geheel of gedeeltelijk gesloten. Daardoor vallen bedrijfsopbrengsten weg waarmee (deels) de loonkosten van medewerkers die werkzaam zijn voor een Sociale Werkbedrijf worden gefinancierd. Ter compensatie voor de gederfde inkomsten over de periode van 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 wordt de integratie-uitkering Participatie (onderdeel van de Wsw) met € 90 miljoen verhoogd.

Compensatie voor Cultuur
De medeoverheden zijn verantwoordelijk voor twee derde van alle subsidies aan cultuur en houden daarmee de lokale en regionale culturele infrastructuur overeind. Het kabinet heeft besloten om een bevoorschotting op de compensatie aan medeoverheden te verstrekken van € 60 miljoen voor de periode van medio maart 2020 tot en met 1 juni 2020. Het bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering.

Eerdere maatregelen

Maatregelen die het kabinet al eerder heeft genomen en relevant zijn voor gemeenten betreffen:

  • Compensatie van  inkomstenderving kwijtschelden huur aan sportverenigingen (€ 90 miljoen, voor de periode van 1 maart tot en met 1 juni 2020; in de vorm van een specifieke uitkering van het Ministerie van VWS);

  • Compensatie inkomstenderving eigen bijdrage WMO (€ 18 miljoen, voor de maanden april en mei 2020; via een decentralisatie-uitkering van het gemeentefonds);

  • Vergoeden eigen bijdrage van ouders die gebruik maken van de gemeentelijke regelingen: peuteraanbod, SMI en Voorschoolse Educatie (VE) (circa € 8,3 miljoen, tot 8 juni 2020; via een toevoeging aan de decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters vanuit het Gemeentefonds);

  • Vergoeden uitvoeringskosten Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (voorschot beschikbaar gesteld aan gemeenten van  € 2 miljard, tot 1 juni 2020; via een specifieke uitkering van het Ministerie van SZW);

  • Handhaven van de maandelijkse betalingen voor de bijstand op het niveau van het voorlopig vastgesteld budget en in september het macrobudget 2020 nader te bezien, waarbij rekening zal worden gehouden met de actuele conjuncturele situatie (BUIG, specifieke uitkering van het Ministerie van SZW).

Er lopen nog gesprekken met de medeoverheden op het gebied van onder andere, zonder limitatief te zijn: het OV, de veiligheidsregio’s, de GGD-en, afvalinzameling, de buurthuizen en het watermanagement. De komende tijd wordt samen met de medeoverheden gewerkt aan afspraken op deze gebieden, waarbij het uitgangspunt is dat de medeoverheden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor.

BMC–VU Coronamonitor

Binnen BMC is het initiatief genomen om vanuit een drietal thema’s onze opdrachtgevers te adviseren ten aanzien van de gevolgen van de coronacrisis. Deze thema’s zijn Sociaal Domein, Politiek & Bestuur en Financiën. Voor wat betreft dit laatste thema Financiën hebben BMC en de Vrije Universiteit (Het Zijlstra Center) de samenwerking gezocht om een landelijk beeld willen krijgen van de financiële consequenties van de effecten van de Coronacrisis in de vorm van een Coronamonitor Nederlandse gemeenten. Op basis van dit landelijk beeld willen we vervolgens onze opdrachtgevers adviseren op welke wijze ze hiermee kunnen omgaan en welke oplossingen wij zien. Het beeld dat verkregen wordt uit de analyse zal in de loop van de tijd verder ingekleurd worden. Dit betekent dus  dat wij de komende tijd zoveel nota’s (Raadsinformatiebrieven, Kadernota’s en Perspectiefnota’s en begrotingen) zullen gaan beoordelen om dit beeld scherp te krijgen.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze adviseurs Erwin Ormel of Siemen Fuite.

Erwin Ormel Financiën & Bedrijfsvoering senior adviseur 06 - 10 63 16 53
Siemen Fuite Financiën & Bedrijfsvoering adviseur 06 - 22 45 80 31
NIEUWS FINANCIEN-EN-BEDRIJFSVOERING FINANCIEN-EN-BEDRIJFSVOERING