22 sep 2020
Is onderwijsland klaar voor duurzame vernieuwing?
In april van dit jaar verschenen diverse reflecties op trends in onderwijsland, waaronder de rapporten van McKinsey en de Onderwijsinspectie. Daarover is in breed verband al veel gezegd, ook binnen BMC. Frans Thomassen, managing partner, en Tony van der Linden, Business Unit manager, hebben hun sporen op de domeinen Onderwijs en Jeugd ruimschoots verdiend en zijn er duidelijk over: “De tijd van praten is voorbij. De coronatijd heeft de status quo nog scherper belicht en de urgentie om te veranderen haarfijn blootgelegd. Gelukkig heeft het verandervermogen velen positief verrast. De wetenschappelijke onderbouwing en evaluaties op onderwijs en jeugdzorg zijn duidelijk. Nu is lef en doorzettingsmacht noodzakelijk om toekomstproof te worden en om het geleerde in praktijk te brengen”.
Het doel is duidelijk. Bestuurders, teamleiding en leerkrachten (her)kennen de richting om onderwijs toekomstbestendig te maken: passend, eigentijds, integraal en pragmatisch. Nu pakken we door met een nieuwe onderwijsvisie, om alle denkkracht om te zetten in uitvoerbare en praktische plannen, waarmee de bekende bedreigingen (opgaven) het hoofd worden geboden en er ruimte wordt gemaakt voor vernieuwing.
Een volle veranderingsagenda
Zowel inhoudelijk als organisatorisch komt er veel op scholen af. In eerste instantie liggen stijgende leraren- en schoolleiderstekorten op de route, alsmede de noodzaak voor het herschrijven van curricula om kwalitatieve programma’s voor bestaande vaardigheidseisen (lezen, schrijven, rekenen) en nieuwe - 21st Century - skills (mediawijsheid, digitalisering, hybride onderwijsvormen) vast te leggen. Financiële tegenvallers moeten overal worden gepareerd. In het primaire onderwijs hebben we als BMC al veel ervaring opgedaan met dalende leerlingaantallen door krimp en vergrijzing. Deze ontwikkelingen kondigen zich nu ook aan in het voortgezet onderwijs en het (groene) MBO en HBO. Het HBO moet zich bovendien instellen op sterk afnemende aantallen buitenlandse studenten, met alle gevolgen van dien.
De praktijk wijst de weg
Er wordt veel druk van buitenaf ervaren op allerlei aspecten van het onderwijs. Er is een inhaalslag te maken om het wantrouwen te weerleggen over de rol van (politieke) voorstellen en het effect op de eigen autonomie. Daarom is versnelling en verdieping nodig van het veranderproces. BMC prijst zich gelukkig dat we de laatste jaren al ervaring hebben opgedaan in het creëren en borgen van kwaliteitsverbeteringen. “Onder aanvoering van - destijds wethouder - Asscher hebben we de vernieuwing van scholen in Amsterdam, Almere en Schiedam aangepakt. De omstandigheden waren uitdagend en toch zijn deze zwakke scholen erbovenop gekomen.”
Invoegen - toevoegen - uitvoegen
Binnen de school en BMC zijn uitgebalanceerde teams gevormd, die gezamenlijk de situatie hebben geanalyseerd, de verbeteringsslag hebben uitgevoerd en - heel belangrijk - geborgd. De teams werken volgens het principe leerling - gezel - meester; in BMC termen zijn dat trainee - adviseur - senior adviseur. “Daarbij wordt niet alleen vanaf buiten gestuurd en geadviseerd, maar worden BMC’ers ook binnen de schoolteams ingezet. Tijdens vervanging en ondersteuning in de onderwijspraktijk gaan bestaande taken gewoon door, maar vooral wordt de werkervaring gedeeld, teruggekoppeld en verbeterd. Innovatieve ideeën zijn ingevoerd in de klassen en teams worden ervaren als jong, fris en dedicated”. Medewerkers leiden elkaar op, zijn slagvaardig en de school kan uiteindelijk zelfstandig nieuwe opgaven aanpakken. Het leidt tot meer aanzien en betrokkenheid van de leerkrachten, betere inhoud voor eigentijds onderwijs en er zijn minder HR-ingrepen nodig. “We laten het veranderingsproces achter als een goed functionerend ecosysteem: invoegen - toevoegen - uitvoegen”. BMC blijft op de achtergrond, op afroep, faciliteren. Groot compliment voor deze werkwijze is dat onze adviseurs daarna vaak korter of langer actief blijven in de schoolorganisatie.
Wat we bedenken voeren we uit
Bovengenoemde ervaring sterkt ons vertrouwen in een integrale aanpak per school, die aansluit op de inspectiekaders nu, maar bovendien flexibel inspeelt op specifieke kwaliteitsverbeteringen voor de toekomstbestendigheid van het onderwijs. Er leven steeds meer vragen over complexe strategische vraagstukken, waarbij meerdere actoren binnen en buiten de
onderwijsorganisatie zijn betrokken. Afhankelijk van de bestaande situatie en door te voeren aanpassingen maken we, samen met de klant, een doorvertaling op maat. Belangrijk aspect daarbij is dat we geen vaste productlijnen volgen, die chronologisch en/of hiërarchisch van de bedenkers naar de uitvoerders worden overgedragen, maar dat we integraal, multidisciplinair en domeinoverstijgend opereren.
Om adequaat in te spelen op de voorziene en noodzakelijke aanpassingen onderscheiden we binnen BMC 4 programmalijnen, de inhoudelijke speerpunten en focusthema’s van Onderwijs (en Jeugd):
- Netwerk Organisatie (Everlyn van den Brink)
- Integrale Kindcentra (IKC’s, Nicole van Rens)
- Regionale Samenwerking (Dexter Knights)
- Duurzame Schoolontwikkeling en Onderwijs Ontwerpen (Nancy Meuleners).
Onderwijsvisie
We signaleren een duidelijke behoefte bij scholen en bestuurders aan een onafhankelijke partij met kennis, ervaring en een frisse blik. We gebruiken de zomer voor het ontwikkelen van een heldere, integrale Onderwijsvisie, waarmee we een nog grotere bijdrage leveren aan kwalitatief onderwijs en op een constructieve manier helpen het onderwijs doelmatig en duurzaam te verbeteren en te vernieuwen. Hiermee willen we alle betrokkenen aanspreken, van bestuurskamer tot klaslokaal.
Morgen is vandaag al begonnen, dus vooruitlopend op de publicatie wilt Tony van der Linden nu al meer inzicht verschaffen in dringende vragen.